Eene eenvoudige opheldering [Sept. 1915. Gelukkig allen weer binnen, denkt de Esk. Cmdt.; nueenflinken sprong terug naar heuvel V, daar zit ik veilig achter die kali en kan ik misschien zelf daar de colonne zien voorbij trekken; doch eerst patr. P. waarschuwen. Een ordonnans brengt voor patr. P. het schriftelijk bericht: „Ik verplaats mij met gros naar heuvel V, sluit daar metgeheele patr. bij mij aan." De Brigade-Comdt. krijgt in den namiddag van den Esk. Cmdt. Bericht No 1. „Eene vijand, colonne ter sterkte van eenige bataljons Inf., waarbij veld. artillerie en waarschijnlijk ook mitrailleurs, marcheerde langs G. F. D. in de richting van C. Zijne voorhoede passeerde te 10.18 v. m. D. Ik ga met half-Eskadron naar heuvel V." Bericht No 2. „Vijand, colonne bleek sterk te zijn: vier bataljons Inf., twee batte rijen veld-artillerie en één comp. mitrs. Ik verlaat heuvel V. en blijf met vijand in voeling." Hoewel patr. Q er ook in slaagde vrij juist de colonne op te nemen, had patr. cmdt. Q. pech en kwamen zijne beide ordonnansen na ettelijke keeren te moeten zijn uitgeweken voor vijand, afdeelingen 's nachts zeer laat, te laat met het bericht binnen. Hierboven werd wel het eenvoudigste geval behandeld, n.l. dat de Esk. Ct. met het gros in rust zijnde te D. bericht ontvangt van patr. Q., dat er op- den Z. weg vijand nadert. Hoe zou de ophelde ring nu verloopen zijn, indien de Esk. Ct. te D. na berichten te heb ben gekregen van de beide patrouilles uit E. en F. dat „alles veilig" was, en na den marsch te zijn ingegaan naar E. en de patrouilles van E. en F. naar G., bericht zou hebben gekregen van patr. Q. op den Z. weg van een naderenden vijand? (fig III). Hoe de Esk. Ct. in een dergelijk geval handelt, hangt van verschillende omstandig heden af waarvan we er eenige zullen bespreken. Ie. Patr. Q meldt: „uitgeweken voor vijand, cav." meer niet. Het bericht is gestuurd geworden over F. en E. naar het gros op weg naar E. Dit is wel de eenvoudigste weg. Bij F. was verband gezocht en dit punt is den ruiters bekend. Er bestaat dus veel kans, dat de ordonnans goed rijdt. Mag de Esk. Ct. met zijn gros op dit bericht den weg D. E. G. verlaten? Neen! De aanwezigheid van Cav. kan een aanwijzing 907 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 31