Sept. 1915.] De oefeningen der Infanterie Compagnie. dagen beschikbaar voor het geval bij den op 2 na laatsten marsch- dag mocht blijken, dat de marschvaardigheid nog te wenschen laat. Dien dag wordt 25 K.M. afgelegd met het bataljon. Blijkt daarbij dat het bataljon gevechtsvaardig thuis komt, dan kunnen de laatste 2 dagen ook nog marschen van die lengte worden gemaakt, desnoods ook een van 30 KM. Laat de marschvaardigheid echter nog te wenschen (niet waarschijnlijk bij oordeelkundige training), dan zou de volgende week een marsch van 20 en de laatste week nog eens een van 25 K.M. kunnen worden gemaakt. Wordt nu verder bij een geleidelijke opklimming met 2 a 3 K.M. begonnen met een marsch van 17L3 K.M., dan heeft het bataljon noodig zes marschdagen. De B.CL deelt, op grond van vorenstaande beschou wingen, den compagniescommandanten vóór 1 Maart—den aan vangsdatum der marschoefeningen—mede, dat hij 8 Mei en verder iedere week tot 15 Juni, een marsch met het bataljon wil maken. Thans de nachtoefeningen. Eenmaal in de week, nl. 's Woensdags die oefeningen houdend, zijn in het heele tijdperk beschikbaar 28 nachten (enkele Woensdagen vallen af met het oog op het gezamenlijk schieten). Lettende op het voorschrift, opgenomen in L. N. O. C. onder het hoofd „opleiding", bepaalt de B.CL, dat hij in het eerste oefeningstijdperk wil houden één oefening in den ophelderingsdienst, 2 in den veiligheidsdienst, 1 nachtmarsch, 1 oefening in de legering, 2 in het aanvallend, en 1 in het verdedigend gevecht 2 reserve of in totaal 10 oefeningen. De eerste nachtoefeningen voor het batal jon wordt in verband daarmede vastgesteld op 5 April. Dit wordt den compagniescommandanten tijdig vóór 15 November medegedeeld. Sommige van deze oefeningen wil de B.CL doen voorafgaan door dezelfde oefening over dag, in verband waarmede de B. CL den Cies Commandanten gelijk mededeelt, dat hij van af 5 April voor bovenomschreven oefeningen ook over 10 dagen zal beschikken en dat hij van af 1 Maart 5 April nog beslag zal leggen op 5 oefenings- dagen tot het houden van oefeningen met het bataljon als bedoeld in punt (16 G. O. I. t.w. gesloten exercitiën, zoowel met als zonder tactisch denkbeeld tot grondslag. Bovenstaande gegevens hebben de Cies Cten noodig om het schema voor de compagnie vast te stellen. In totaal zijn voor de compagnie beschikbaar 106—6—10—5 of 85 dagen en 28— 10=18 nachten. Van de 85 dagen zijn er 9 be- 914

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 40