Sept. 1915.] Kort wederwoord aan XXX. (I. M. T. Juli 1915. blz. 703.) vaak kostbaren tijd verliezen om ook voor de 2de Afdn van den G.T. een geschikte opstelling te vinden en deze van bevelen te voorzien, en komt het zelfs voor, dat de batterijen eikander met hare treinafdeelingen in den weg zitten, hetgeen in de door mij voor gestelde organisatie wordt vermeden Zijn dus aan deze organisatie reeds voordeelen verbonden, des te sterker treden deze aan den dag, nu de 2de Afdn. G. T. door hunne eenvoudiger bespanningen vaak het marschtempo van de batterijen niet zullen kunnen volgen. En uit de door de Redactie hierbij gestelde noot mag wel de gevolgtrekking worden gemaakt, dat betere bespanningen voorloopig nog tot de vrome wenschen zullen blijven behooren. Betreffende het „niet bij" zijn ten aanzien van de bergartillerie, zij alleen opgemerkt, dat het betrekkelijke wijzigingsblad voor de O.O. eerst half Augustus bij de korpsen werd ontvangen. XXX voelt blijkbaar weinig voor de moreele voordeelen van de aanwezigheid van Geneeskundig personeel in de nabijheid der vuur linie. Inderdaad zal practisch door dit personeel niet veel gepresteerd kunnen worden. Het is echter, zoover mij bekend, nog steeds een onopgeloste strijdvraag, in hoeverre deze moreele voordeelen al dan niet tegen de daaraan verbonden bezwaren opwegen. Voor het medeëten uit de keukenwagens voor den troep door de Officieren voel ik al bitter weinig. In geval van nood kan men tot dat middel nog altijd zijn toevlucht nemen. Of meent XXX wellicht ook, dat in oorlogstijd een bataljon normaal over zoo n uitgestrekt gebied zal zijn gelegerd, dat van het voeren van een officiersme nage geen sprake kan zijn? Het komt mij voor, dat we hieromtrent in vredestijd een geheel onzuiver denkbeeld krijgen. De voordeelen van het gezamenlijkme- nagevoeren acht ik zeer groot. Men schijnt er echter bij ons Hoofd wapen in het algemeen weinig voor te voelen, getuige het onge lukkig gescharrel, dat men maar al te vaak bij vredesoefeningen reeds te aanschouwen krijgt. Hadden wij maar eerst een behoorlijk schiet kamp, dan zou wellicht de smaak er wel in komen. Tegen de door mij bepleite organisatie voor den Algemeenen Trein heeft XXX overeenkomstige bedenkingen als tegen mijn wen schen betreffende de 2de Afdn. G.T. bij de Artillerie. Zeker, er zal zeer vaak gedetacheerd moeten worden, maar nog minder dan bij de G. T. der Artillerie is het mogelijk van te voren na te gaan, 918

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 44