Eenige korte beschouwingen [Sept. 1915.
Het geel worden van vet is dikwijls normaal bij oude dieren,
vooral bij voeding met katjangmeel. Dit is dus geen bezwaar.
Varkensvleesch kan geel zijn door vischvoeding, het heeft dan tevens
een traansmaak.
VIII Uraemie. Ontstaat als urine in de bloedbaan komt.
Is dus vrijwel als bij VII.
Het vleesch ruikt naar urine, er vormt zich vochtig bindweefsel
tusschen spieren en vet. Pyelonephritis of etterige nierontsteking
kan eveneens uraemie veroorzaken.
IX Hydraemie Wordt veroorzaakt door leverontsteking, chro
nisch nier- en darmlijden. Voeding met spoeling kan dit in dt hand
werken. In den beginne vormt zich vocht tusschen de weefsels,
men constateert algeheele vermagering, het darmslijmvlies verschrom
pelt, het vleesch wordt waterig, slap, witachtig, in borst en buikholte
komt vocht, het niervet is slap en vochtig.
X. Leverziekten.
a. Leverbot. Deze veroorzaakt chronische ontsteking der gal
gangen. Als gevolg hiervan worden deze sterk verdikt, er vormt zich
kalkafzetting, de lever wordt vergroot of verschrompelt in erge
mate, ze voelt hard aan en vertoont soms knobbels.
Het kan aanleiding geven tot het ontstaan van hydraemie.
b. Angiomatose. De leverbloedvaten verwijden zich, de lever
krijgt een ronden vorm en donkerblauwe plekken, die bij insnijding
bloeden.
c. Lever necrose- oi multiple-levernecrose. Wordt door de necrose-
bacil veroorzaakt. Men vindt ronde vlekken, op doorsnee lichtgrauw,
soms met roode randen.
XI Tuberculose De oorzaak is de tuberkelbacil.
Deze ziekte komt bij alle slachtdieren voor, echter in Europa meer
dan in Indië.
De infectie kan plaats hebben langs de luchtwegen (inhalatie T.),
slokdarm, schede (genitalieën T.), de huid (bij den mensch) en langs
den navel (foetale T.).
Eerst heeft men plaatselijke ontwikkeling, er vormt zich een
knobbeltje, ontstekingsverschijnselen, daarna afsterving van het
centrum, verharing en verkalking. Secundaire infectie veroorzaakt
verettering of tuberculeuze zweren vooral op slijmvliezen.
De ontwikkelingsplaatsen zijn de lymphe-klieren. Ze verspreidt
923
