Bedenkingen tegen de legeruitbreiding in Japan. [Sept. 1915. Dit is ongetwijfeld de zaken onderste boven keeren, Elke duim breed grond van ons Vaderland is geheiligd door den geest onzer voorvaderen, wier graven het bergt; zouden wij ooit geroepen worden een vijand te bevechten, die zou beproeven op dien grond door te dringen, dan zou onze strijd het karakter dragen van een heiligen oorlog en ik vermeen, dat wij in dezen geest het woord „landsverdediging" (kokubo) moeten verstaan. Korea en Mant- sjoerije bezitten die waarde niet voor ons, want die wordt zuiver bepaald door hetgeen ze ons opbrengen; om deze landen dus te verdedigen ten koste van onze financieele draagkracht en van de verdediging van het Moederland Japan, beteekent het opofferen van ons land ten behoeve van de Koreanen en Mantsjoe's. 9. De verhouding tusschen de staatsinkomsten en de militaire uitgaven. In de meeste Europeesche staten wordt 1/3 der jaarlijksche inkom sten besteed aan de weermacht. Deze maatstaf moet ook voor Japan aangenomen worden, waar alle groote staten thans tot deze verhou ding zijn gekomen. Hoe dit 1/3 der staatsinkomsten moet verdt eld worden tusschen het Leger en de vloot, is eene zaak, welke onze staatslieden met de grootste zorg hebben te onderzoeken. Thans kan aangenomen worden, dat de middelen voor de landsverdedi ging uitgetrokken, nagenoeg gelijkelijk over beiden verdeeld worden, aangezien 100 millioen yen voor het leger en 90 millioen yen aan de vloot wordt besteed. Maar „hij, die twee hazen tegelijk jaagt, krijgt geen van beiden in de weitasch" zegt het spreekwoord en voor het welzijn van het Keizerrijk ben ik daarom van meening, dat het geheele totaal aan een van beiden moest worden besteed, inplaats van de gelden te verdeelen. Laat ons eens veronderstellen dan, dat we afstand deden van onze geheele vloot en het budget van 190 millioen geheel besteed werd aan het leger, zoodat het tweemaal zoo sterk zou kunnen worden gemaakt als het thans is en laat ons verder aannemen, dat het mogelijk zou zijn dit leger over de Straat van Korea naar Korea over ie brengen. Zouden wij dan kunnen vertrouwen, dat dit leger sterk genoeg zoude zijn om Rusland te weerstaan als we met dit rijk op een goeden dag weer in oorlog zouden komen? Het zou ongetwijfeld sterk genoeg zijn om Mantsjoerije te bezetten, maar het zou onmogelijk zijn om met dat leger Japan te maken tot eene wereldmacht. 937

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 63