Bedenkingen tegen de Legeruitbreiding in Japan. [Sept. 1915.
door de wapens. Laat ons dan hopen, ons door middel van de
wapens ter zee met hen te meten.
Terwijl er dus absoluut geen kans voor ons is
om door operatiën te land ons tot eene wereld
macht op te werken, bestaat er daarentegen hoop
voor ons, dat wel terzeetekunnendoen. Inhet
duurzaam welzijn van ons land, durf ik daarom
te zeggen, dat het aanbevelenswaardiger is, alle
uitgaven voor de landsverdediging uitgetrok
ken, aan de vloot te besteden, zoodat onze kracht
aan de buitenwereld getoondkan worden; dan
zullen we instede van te blijven vastkleven
aan Mantsjoerije en Korea, welke toch slechts
van beperkte uitgestrektheid zijn onze vlag
kunnen planten op elk gewenscht deel van den
aardbodem en koloniën en nederzettingen kun
nen vestigen, overal waar wij wenschen.
11. De door hoogere machten ingegeven opdracht van het Keizerrijk.
Ik geloof, dat dit de lijn is, waarin de nationale politiek zich
moet bewegen en dat het de door den Hemel a ngewezen taak is
van het Keizerrijk en den rol, waarvoor het op het we eldtooneel
is voorbestemd. Hare ligging in een deel van den Stillen Oceaan
en het feit, dat Japan steeds is geweest een volk met een zeer
krijgshaftigen geest, zijn duidelijke aanwijzingen, dat het 's Hemels
wil is, dat wij trachten de reusachtige taak, hierboven vermeld, te
vervullen. Niettegenstaande deze, door de Voorzienigheid opgelegde
taak, was het land sinds de middeleeuwen steeds ten prooi aan
verdelgende tweedracht tusschen conservatieve en domme politieke
personen, met het resultaat, dat in ons weersysteem bijzondere
aandacht werd geschonken aan het leger; zelfs nu nog volgen de
autoriteiten blindelings de m litaire politiek, in feudale tijden ont
staan; m. a. w. zij handelen volgens de militaire plannen van Hide-
yoshi en Tokugawa (zie noot I bladzijde 921). Vasthoudende aan
een militair systeem, dat aan zijn doel beantwoordde, toen Saigo's
opstand gedempt werd, vergeten de autoriteiten de vervulling
1) Hiermede wordt bedoeld de Satsuma-opstand (1877 1878).
939
