Sept. 1915.] Bedenkingen tegen de legeruitbreiding in Japan. Keizer het opperbevel voert over leger en vloot. Onaantastbaar zijnde, moet hij in dit oppercommando bijgestaan worden door iemand die Hem raad geeft en daarvoor verantwoordelijk is. Maar daar de macht van dit opperbevel steeds beschouwd is als een dee! van de opperste macht van den Keizer, zoo zijn er een aantal organen, welke onmid dellijk onder den Keizer gesteld zijn. Zoo b.v. de Generale Staf, welke als een orgaan van het Opperbevel onder de rechtstreeksche controle van den Keizer staat en waarvan de chef de plannen voor de defensie vaststelt en daarvoor rechtstreeks de goedkeuring van den Keizer ontvangt. Dan de Ministers van Oorlog en van Marine, welke belast zijn met het uitvoeren der maatregelen, welke door den Keizer zijn goedgekeurd. 15. De oppermachtige Generale Staf. Men mag vragen, wat er gebeurt indien de Minister weigert de door den Chef van den Generalen Staf aan den Keizer voorgestelde en door dezen goedgekeurde maatregelen uit te voeren Indien een minister weigert de bevelen van den Keizer uit te voeren, heeft hij geen andere keuze dan af te treden. Daardoor is het tegenwoordige systeem onnatuurlijk, waar de Minister van Oorlog en Marine geen plannen, het Leger en de Vloot betreffende, volgens hun eigen vrij oordeel kunnen ontwerpen en uitvoeren. Ik ben van meening, dat het leger en de vloot werktuigen zijn van den Staat, dat zij zijn georga niseerd en samengesteld uit onderdanen van den Staat en onderhou den worden m t geld van den Staat en dat op hen gebouwd wordt door de staatsmacht, welke het recht heeft tot het verklaren van oorlog. HG oppervel in d n geest van artikel 11 der Grondwet, bovenaange haald, bedoelt de macht, welke de weermacht van den Staat in be weging zet tot het optreden tegen een vijand, met het doel hem te ver slaan. Handelingen uitvoeren met het doel van den Staat. Waar Leger en Vloot organen zijn van den Staat, aangewend om de weerkracht van den Staat naar buiten uit te oefenen, daar moet het opperbevel daarvan als een der voornaamste staatszaken worden beschouwd. Ten einde deze zware taak te helpen dragen, moeien regeerings- personen, dus verantwoordelijke ministers, den Keizer met raad terzij 1e staan, maar in het tegenwoordige systeem wordt het op perbevel van Leger en Vloot dat is het lichaam, bestemd om op te treden tegen een belager van den Staat en waarvan het bestaan 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 68