Van Alles Wat.
Sept. 1915.]
Lucht een jongmensch eens even zijn kennis van „Balck" e.a.,
dan wordt hij al gauw leelijk aangekeken en vrij onzacht wordt er
dan de opmeiking gemaakt, dat „we met Balck of Splinter, of hoe
ze heeten, niks te maken hebben en dat we onze reglementen
hebben".
Volkomen juist, doch ook weer is de toon in vele gevallen aller
onaangenaamst voor je, vooral als je dacht eens eventjes een „beurt"
te geven.
Bij de cie. komende, wordt je den eersten den besten dag „belast"
met: toezicht kazerneering, wapening, vivres, rustkamer of admini
stratie. Alsof je van die dingen al jaren lang op de hoogte bent.
Enfin, dat kan je leeren en je leert het dan ook als je wilt, maar
hulp heb je niet veel en je vertrouwt meer op fourier en sergeant
majoor dan noodig is, vooral in het begin. En hoeveel jonge offi
cieren hebben van hun kapitein de compies. administratie geleerd?
Zeker, onder de jonge officieren zijn zéér lastige heeren, (onlangs
hoorde ik iemand zijn verontwaardiging uiten dat de c.c4. hem belast
had met het schietregister); „ze denken dat ze het alléén
weten", maar hier is het werk voor den leider, den vormer, den
opvoeder.
Hoe een leider en vormer leiden en vormen moet, behoef ik toch
niet uit te leggen, alleen kan ik er op wijzen, zooals ik boven
een voorbeeld aanhaalde van de tact. oefeningen, dat men met
tact te werk ga en de ambitie, waarmee bijna alle jongeren hun
loopbaan beginnen, aankweeke en niet bij de eerste de beste fout
deze ambitie den kop indrukt.
Want de heer Flothuis zegt het weer zoo juist: „En ambitie
is ook iets, het is veel, het is bijna alles".
De chefs en speciaal de kapiteins hebben een zéér veel om
vattende taak en door het bovenstaande wordt die taak nog meer
verzwaard, doch het staat er in art. 14 l.W.D. „het moet hun hoofd
doel zijn".
B.
Eerste hulp bij schotwonden.
Prof. Lamèris te Utrecht geeft voor eerste hulp bij schotwonden
de volgende regelen aan:
1. Raak de wond en haar omgeving niet met de handen aan.
2. Maak onder geen voorwaarde de onvergeeflijke fout de wond
te sondeeren.
3. Reinig de wond niet.
4. Reinig de omgeving van de wond slechts dan', wanneer zij zeer
vuil is. Gebruik daarvoor benzine, aether of spiritus (geen
water en geen zeep!!) Zorg dat de wond (bijv. door haar met
steriel gaas te bedekken) niet met deze vloeistoffen in aanraking
komt.
950