Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Sept. 1915.
daar de Duitschers ongerust niet voor zichzelf, maar voor de
Franschen— dat de tijdelijke bezetting van Calais door de Engelschen
weieens een blijvende kon worden. Dit nummer wijdt er een
afzonderlijk artikeltje aan, getiteld „Englisch-Calais", waarin stukken
van een particulieren brief van een Franschman aan zijn vriend
worden overgenomen, ten bewijze van de gegrondheid dier booze
vermoedens.
No. 110/111 bevat een kaartje van het aan de Adriatische zee gelegen
Oostenrijksch-Italiaansche grensgebied 1:500.000.
Gen. d. Inf. z. D v. Janson bespreekt een „von Richard Grasshott
verfasste, sehr beachtenswerte Schrift" getiteld Belgiens Schuld. Het
bestrijdt het te Zurich uitgegeven werk van Professor Dr. Maxweiler,
waarin de vraag betreffende Belgiës schuld of onschuld voor Duitsch-
land ongunstig wordt besproken. Von Janson en Grasshoff blijven
geheel in Mil-Wochenblatt-stijl.
Jahrbücher d. d. Armee und Marine. Juni.
Dit nummer brengt twee opstellen over den strijd aan de Dardanellen.
Het eerste geeft een overzicht der krijgsverrichtingen tot 1 April
en is getiteld „Sechs Wochen Dardanellenkampfes." von Oberstleutnant
a. D. Wochinger, het tweede geeft beschouwingen onder het opschrift
„Greifbares aus dem Dardanellenkampfe und Lemnos, das Helgoland
des Aegaischen Meeres" von Bavarius.
Bij de beoordeeling van wat van Duitsche zijde over den strijd
aan de Dardanellen wordt gepubliceerd, moet in aanmerking worden
genomen, dat zij ontegenzeglijk succes hebben. Bovendien moet niet
worden vergeten, dat de oorlog nog voortduurt en, dat partijen er
belang bij hebben hunne zaak zoo gunstig mogelijk voor te stellen.
Maar al nemen wij deze factoren in aanmerking, dan valt er toch
uit beide artikelen veel voor de Indische defensie te leeren, omdat
ook wij ongetwijfeld een periode zullen doormaken, waarin de oor
logvoering een amphibisch karakter zal dragen en waarin wij evenals
de Turken thans den strijd moeten voeren zonder of met een lam
geslagen vloot tegen een sterke vloot en een landingsleger.
Na dan eerst de politieke omstandigheden te hebben beschouwd,
welke de ententemogendheden er toe hebben gebracht het waag
stuk te ondernemen, gaat Wochinger over tot eene korte beschrij
ving der operatiën, die hij in drie periodes verdeelt. le Van 16
Febr. tjm 3 Maart. Verkenning van den ingang der straat door
kleine oorlogsschepen, die van de kust geen vuur ontvingen; ver
zamelen van eene macht van 42 pantserschepen met klein mate
rieel; 19/2 en 25/2 bombardement der buitenforten op grooten
afstand; 25/2 tot 3/3 dagelijksche bombardementen op kleinen af
stand, waardoor de buitenwerken tot zwijgen werden gebracht.
Voor hen, die in de illustraties afbeeldingen van die buitenwerken
hebben gezien en gelezen hebben, dat zij voornamelijk bestonden
959
I. M. T. 1915. 62.