m
wm
mm
mm
Oüerzicht non Dederlandsche militaire
Tijdschriften,
De Militaire Spectator 1915 No. 6.
Vermelden we uit deze aflevering in de eerste plaats het vervolg
van „Operatiën van het Engelsche expeditieieger." In dit artikel
het uit de Times overgenomen rapport van Generaal French worden
de operatiën van het genoemde leger over de maanden December
en Januari j. 1. behandeld.
Zooals we vroeger reeds opmerkten, zijn deze rapporten kort en
sober gesteld. Niet bepaald aangename lectuur.
Toch treft het ons telkens weer in deze rapporten hoe openhartig
eigen tegenslagen worden bekend gemaakt. Óp meerdere plaatsen
lezen we ook thans, dat de eigen troepen aanzienlijke verliezen
leden.
Hoewel, zooals wordt opgemerkt, de weersgesteldheid de operatiën
in hooge ma'e belemmerde, werden in de boven vermelde 2 maanden
nog verschillende gevechten geleverd. Als afzonderlijk hoofdstuk
uit het rapport wordt gewag gemaakt van „Een gemeenschappelijke
aanval."
Gedurende de eerste dagen van December, zoo lezen we, kregen
de Fransche Commandanten en ik uit bepaalde aanduidingen over
de geheele linie van de verbondenen den indruk, dat de vijand
belangrijke krachten van het Westelijk front had teruggetrokken.
Er had toen een aanval plaats van het geheele leger, zou men
denken. Uit de berichten weten we al anders. De gemeenschappelijke
aanval geschiedde door 2 Fransche en één Engelsch korps.
Een paar punten, we ke in het bijzonder onze aandacht trokken,
willen we nog even aanstippen.
Zoo vinden we b.v. vermeld
„Te 8 15 vm, na een hevig vuur met brisantgranaten, naderde
„de vijand onder ons goedgericht artillerievuur, dat echter door
„voortdurende onderbreking der telefonische verbinding tusschen
„de waarnemingsposten en de batterijen in de uitvoering werd
„bemoeielijkt" (zie hoofdstuk straatgevechten N).
Onder de woorden van hulde, welke aan de Engelsche vliegeniers
worden gewijd, vinden we aangeteekend, dat, ofschoon het weder
bijna geregeld slecht was, slechts gedurende 13 dagen geen wer-
keijke verkenningen konden worden gedaan. Wellicht zijn er, die
dat aantal dagen vrij groot zouden willen noemen.
Ten slotte nog uit het hoofdstuk „De geneeskundige dienst" de
954