In Al worden uitsluitend de marschvaardig gebleven gewonden
in ontvangst genomen.
Waar ze in den regel in clubjes van om en bij de 20 naar de
verbandplaats zullen worden geleid,— waartoe ze onder een marsch
vaardig gewond officier of gegradueerde op de concentratieposten
dienen te worden verzameld zal deze onderafdeeling Al, waar
ze moeten worden ingeschreven alvorens ze tot afdeeling B of tot
A2 mogen worden toegelaten, ruimte moeten bieden voor dertig
personen.
De schrijver van den administrateur boekt de namen in, terwijl
ook de meegebrachte wapens in ontvangst moeten worden genomen.
Een sergeant ziekenopzichter verricht hier de selectie, terwijl de
administrateur der verbandsectie te voren heeft gezorgd, dat de ge
wonden, in afwachting van hunne verdere doorzending, zich volop
te goed kunnen doen aan warme of afgekoelde thee.
De verdere lafenis heeft plaats in A2, A3 en B.
De gesorteerde gewonden gaan naar afdeeling B of moeten in
onderafdeeling A2 wachten tot zij voor verbandrevisie aan de
beurt zijn.
Waar het moeilijk van te voren is vast te stellen wanneer dit
zal zijn en best mogelijk vrij lang kan duren, moet in A 2 gelegen
heid zijn om te rusten.
Alang-alang, versche zoowel als gedroogde, moet daartoe te voren
worden opgezameld.
Hiertoe zou ik een gedeelte van de geleiders der karren willen
bestemmen. Misschien kan de alang-alang ook wel worden ge-
requireerd.
Uitgaande alweer van het eenvoudigste en gemakkelijkste, n. 1.
van de omstandigheid dat het terrein van den strijd zoodanig is
gelegen, dat concentreeren van gewonden op een weg berijdbaar
voor auto's zonder buitengewone inspanning van den kant der
ziekendragers der verbandsectie mogelijk is, komt het er niet zoo
erg op aan of de verbandplaats een kilometer meer of minder
achterwaarts van het gevechtsveld is gelegen en zullen bedoelde
geleiders tijd genoeg hebben om alang-alang te zoeken.
Hoe groot moeten de onderafdeelingen A2 en A3 zijn?
Deze vraag is uiterst moeilijk te beantwoorden. In het werkje
„La Direction du Service de Santé en Compagne" van Troussaint,
987
OEFENINGEN EN GENEESKUNDIGE MANOEUVRES. [Oct. 1915.
I. M. T. 1915. 64.