Zoo mogelijk wordt thans eenig geneeskundig personeel van de
reserve aangewezen om op de concentratieposten hulp te verleenen.
Na het vertrek van het eerste autotransport worden de marschvaar-
dige gewonden in clubjes van 25 man naar de verbandplaats ge
zonden onder geleide van den oudsten of hoogsten in rang. Om
de 10 minuten vertrekt zulk een groep.
Geregeld heeft nu ook het vervoer der zwaargewonden plaats.
Deze worden instede van liggend zooals in werkelijkheid, zittend
vervoerd.
Ze worden naar de ondertusschen voorbereide verbandplaats ge
bracht en aldaar aangekomen rechtstreeks naar de onderafdeeling A 3
verwezen.
De inrichting der verbandplaats is in het tweede hoofdstuk zoo
uitvoerig beschreven, dat dit geen nadere toelichting behoeft.
Zooals reeds daar werd gezegd, worden ze in de twee tenten,
welke genoemde onderafdeeling vormen, onderdak gebracht, waarna
ze in een register worden ingeschreven en het ledergoed wordt inge
nomen, waaraan gemakshalve de gewondenkaart wordt bevestigd.
Door een sergeant ziekenopzichter worden ze geleidelijk, als vroeger
voor de oefeningen werd aangegeven, naar de afdeelingen C en D
geëxpedieerd, waartoe ze worden voorzien van de voor die afdeelin
gen bestemde toegangskaarten, welke daar door een korp. c.q. soldaat
ziekenverpleger tegen een stukje papier, waarop door dezen het stam
boeknummer van den gewonde werd geschreven, ingeruild.
De gewonden worden zoo mogelijk per draagbaar naar C en D
gebracht. Kan dit niet doordat over geen draagbaar wordt beschikt,
dan worden ze onder toezicht van een ziekendrager daarheen geleid.
Met het strookje papier, voorzien van hun Stb. nummer, gaan de
gewonden na van hun verband te zijn ontdaan naar A 3 terug,
teneinde wapens en ledergoed in ontvangst te nemen en naar hun
troep terug te keeren.
Hetzelfde geschiedt met de marschvaardige gewonden op de sorteer-
afdeeling Al. Ze worden van daar met een witte toegangskaart (B)
naar afdeeling B, dan wel met behoud van gewonden- en verband-
kaart naar A 2 verwezen.
Bij de gemarkeerde afdeeling B heeft dezelfde handeling plaats
als bij C en D.
De afdeeling E blijft buiten beschouwing.
1009
OEFENINGEN EN GENEESKUNDIGE MANOEUVRES. [Oct. 1915.