Oct. 1915.]
Causerie: Eene militie in Indië.
Dat er nog geen kazernes enz., gebouwd zijn, is een voordeel;
alles moet nog in gereedheid worden gebracht en dat kan juist even
goed in de beste klimaten gebeuren als ergens anders.
En wij hebben bergstreken genoeg voor dat doel; ik noem al
leen maar Fort de Koek, Malabar, het Diëngplateau, de streek om
en bij Tosari.
Die africhtingscentra kunnen desnoods midden in de rimboe lig
gen; als zij maar eenigszins bereikbaar zijn, kan en moet er desnoods
een trambaan voor gebouwd worden.
De miliciens moeten dezelfde betaling en voeding als ons vrijwil
ligersleger genieten, alleen met dit verschil, dat alle landaarden op
gelijken voet worden behandeld en ook aan dezelfde eischen moe
ten voldoen om korporaal, sergeant, onderluitenant, luitenant, enz.
te worden.
Het moet hen vrijstaan om bij gebleken geschiktheid over te gaan
tot het vrijwilligersleger; de militieofficieren op dezelfde voordeelen
als de beroepsofficieren.
Ook hierbij zij geen verschil in landaard te maken.
Wanneer de miliciens physiek en geestelijk goed onderlegd zijn
maleisch kennen zij natuurlijk allen—dan kan daarom alléén al de
africhtingstijd veel korter zijn dan nu noodig is om van een aange
worven vrijwilliger een soldaat te maken; in gissingen over den
daartoe benoodigden tijd zal ik mij niet verdiepen.
Ook de herhalingsoefeningen behoeven niet zoo gerekt te worden.
Om de africhting zelf zoo aangenaam en vruchtdragend mogelijk
te maken, is het zeer wenschelijk dat er een vast korps van africh
ters ontstaat. Deze zullen dan op den duur eene groote bekwaam
heid verkrijgen in die afzonderlijke kunst.
Dat de africhting bij onze depotbataljons soms zoo lang duurt,
mag zeker wel voor een deel worden toegeschreven aan de omstan
digheid, dat vrijwel ieder officier voor dat werk geschikt wordt ge
oordeeld en ermede wordt belast—soms zelfs jonge officieren juist
uit Europa gearriveerd.
Maar ter zake. In het begin zal men voor dat werk zijn aange
wezen op gewone troepenofficieren, maar langzamerhand zal zich
een afzonderlijk korps vormen.
Er worden nu nog zooveel officieren op jeugdigen leeftijd ont
trokken aan de landsverdediging, omdat zij als beroepsofficier niet
1014