[Oct. 1915." meer bruikbaar worden geacht om redenen, die bij den africhtings- dienst niet van belang zijn, als b v. niet kunnen paardrijden, of physiek ongeschikt voor de vermoeienissen van den dienst te vel de, dan wel ongeschikt voor een hoogeren rang op grond van ge bleken onbekwaamheid om manoeuvres te leiden, etc. Van deze jeugdige krachten, die nu in Holland van een klaaglijk pensioen moeten leven en niets uitvoeren, is een groot gedeelte zeer goed bruikbaar voor de opleiding van miliciens en waarom zou den zij het bij dien afzonderlijken tak van dienst niet even goed kunnen brengen tot Kolonel. In ieder geval zal het geheel overgaan bij dien dienst van deze krachten zeer ten voordeele van de opleiding komen. Natuurlijk is het noodig scholen en zelfs H.B.S. in de africhtings- garnizoenen op te richten, want deze officieren en onderofficieren hebben schoolgaande kinderen en om de gewenschte africhters te houden, is het noodig hunne kinderen gelegenheid te geven goed onderwijs te krijgen. Het zijn maar niet zoo'n paarmenschen, die africhters— per garnizoen van een 20000 man b.v. zijn er al gauw een 200 officieren noodig. Er zullen dan vanzelf gepensionneerden komen of blijven wonen, hospitalen met daarbij gebouwde herstellingsoorden verrijzen en zoo worden deze militaire centra in no-time groote plaatsen; ik zie al „Simla's" in onze goede Oost. Nu de wijze, waarop de miliciens er voordeel van kunnen heb ben, dat zij hunne plichten ten opzichte van de landsverdediging hebben vervuld. In de eerste plaats moeten in alle betrekkingen, die de Regee ring te vergeven heeft, alleen miliciens worden benoemdhet voor deel is aan beide zijden. De Regeering krijgt dan immers ambtenaren, die tot de uitge kozen besten van hun volk behooren en die bovendien nog geleerd hebben, wat discipline is en dus een beter begrip dan hunne ras- genooten hebben van hunne verhouding tot hunne chefs en van orde, regelmaat en plichtsbetrachting. Bedenk eens het voordeel alleen al wanneer loerah's, bekel's, dessapolitie enz. eene militaire opleiding hebben gehad. Hormatcirculaires zijn dan ook niet meer noodig, zij hebben geleerd rechtop te staan en hunne chefs flink in de oogen te zien. 1015

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 49