Oct. 1915.] Maatregelen tegen de verspreiding van pest.
Moeten er dus toch weer, zooals in 1911, brigades van rattenver-
delgers worden opgericht?
punt 6. alinea 1. Hier rijst de vraag, of men een longpestlijder
derhalve mag overbrengen naar de gewone afdeeling voor besmet
telijke ziekten. Men moet dit uit de redactie van deze zinsnede
opmaken, dat zulks geoorloofd is; toch mag worden betwijfeld of
dit de bedoeling is.
„Is pest met voldoende waarschijnlijkheid vastgesteld, dan wordt
„de geheele chambree, waarin zich het pestgeval heeft voorgedaan,
„door de bewoners onmiddellijk ontruimd
Vergelijkt men deze zinsnede met de overeenkomstige van de
vervallen circulaire, welke luidt: „De geheele chambree wordt door
de bewoners onmiddellijk ontruimd", dan lijkt mij de redactiewijzi
ging niet zeer gelukkig. In 't woord „waarschijnlijk" ligt altijd iets
onzekers opgesloten. Wat is nu „voldoende waarschijnlijk"? Wat is
„onvoldoende waarschijnlijk" De nieuwe redactie zal zonder twijfel
tot misvatting aanleiding geven.
Velen zullen er wat natuurlijk niet de bedoeling kan zijn uit
lezen, dat eerst ziekteproducten (sputum, vocht uit bubo) naar een
laboratorium moeten worden opgezonden en eenig bericht moet
worden afgewacht. Daarmede kunnen eenige dagen gemoeid zijn
en intusschen kunnen heel wat bewoners van de chambree als
deze inderdaad geinfecteerd is worden besmet.
Bij een verdacht geval moet de chambree onverwijld worden
ontruimd. Is de diagnose vastgesteld, dan ga men over tot de
toepassing der overige maatregelen (uitzwavelen enz.).
In de voorlaatste alinea van punt 6 wordt gesproken van „het
„besmette locaal". Dit is feitelijk niet juist. De zieke heeft niet
in dit locaal, maar in de chambree de ziekte opgedaan. Die chambree
is besmet. Alleen, wanneer men met een longpestgeval te doen
heeft (wat gelukkig op Java niet de gewone vorm van pest is), is
het locaal door het sputum geinfecteerd.
Maar het is in elk geval voorzichtigheidshalve niet kwaad, dat
men ook bij een geval van bubonenpest het hier bedoelde locaal
als besmet beschouwt. Ook in de oude circulaire werd dit voor
zichtigheidsidee gehuldigd.
1030