Oct. 1915.1 Uit de Practijk. Het verdient daarom aanbeveling het totaal dezer afdeelingen tot een minimum te beperken. Ook is een zoo sterk mogelijk voorposten-detachement aan te bevelen, daar dit het hoofdelement van de beveiliging vormt. Bij een aanval op de voorposten trekken weliswaar de veld- wachten om de vleugels op het voorposten-detachement terug, maar dit zal bij een forschen aanval zeer moeilijk zijn, daarom kan niet altijd op de hulp van de veldwachten gerekend worden. Een manier, die niet volgens het voorschrift, maar mi. wel doelmatig is, is het voorpostendetachement te beveiligen door kleine afdeelingen, ter sterkte van 1 groep (8 a 9 man), op belangrijke punten uitgezet, en die zich gedragen als korporaals- posten, met dit verschil echter, dat er ook een patrouille uitge stuurd wordt; dat we dus krijgen, één man op post, 3 man op patrouille en de rest rust gewapend. Op deze wijze zou men 3 sectiën voor het voorposten-de tachement kunnen bestemmen en 1 brigade a 1 sectie voor de beveiliging. De kleine afdeelingen hebben het voordeel gemakkelijker te kunnen terug trekken op de vleugels van het voorposten-de tachement, terwijl het voorposten—detachement zoo sterk moge lijk is. Bij nacht zouden zoo noodig de beveiligingsgroepen versterkt kunnen worden. Men zou dus krijgen, in den geest van 108: het voorposten detachement als hoofdelement der beveiliging, en beveiligd door sterke posten, waarvan het totaal hoogstens H van de sterkte van het voorposten-detachement is. L. 1038

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 72