Dit is het, wat onder het „uitleggen" der gewonden bij eerste
oefening verstaan moet worden.
Het aantal briefjes, dat bij de oefeningen wordt uitgegeven, hangt
af van het verliesprocent dat men bij een aanvallend gevecht in
het algemeen verwacht.
Ten einde de moeilijkheden in den beginne niet al te hoog op
te voeren, ware aanvankelijk uit te gaan van een verlies van 15
ten honderd.
Wel is waar bedraagt het dagverlies in de veldslagen van den
R.- J. oorlog s'echts 1/4 van het door mij aangenomen verlies, maar
daar staat tegenover dat het verlies van de troepenafdeelingen, die de
kastanjes uit het vuur hadden te halen, beduidend hooger is geweest.
Voor en aleer de oefeningen der ziekendragers zijn opgevoerd
tot een verlies van 30 ten honderd, mag men niet tevreden zijn.
In den aanvang stellen we ons met heel wat minder tevreden.
Het aantal uit te geven briefjes bij eerste oefening zal derhalve
bij 15% verlies en een 1/4 verlies aan dooden per bataljon rond 35
bedragen— aangezien we ons voorloopig uitsluitend tot de per draag
baar te vervoeren gewonden willen beperken.
Een kwartier nadat de oefening is begonnen, kan het opzoeken
der gewonden een aanvang nemen.
De leider dient zich de te volgen gedragslijn scherp af te bakenen.
Zooals gezegd, ware in het begin slechts de gewondenconcen
tratie in te leiden.
(2). Het streven moet erop gericht zijn de ziekendragers in te
prenten, dat zij tot taak hebben de gewonden zonder eenige leiding,
dus zelfstandig, uit het terrein te verwijderen en ze op een reeks
van achtereenvolgende veilige punten min of meer te verzamelen.
Mag met grond worden aangenomen, dat deze twee streng te
stellen eischen behoorlijk vlug worden uitgevoerd, dan eerst mag
het transport onier denkbeeldig gevaar worden beoefend.
De ziekendragers zullen, evenals hun strijdende kameraden, moeten
leeren gebruik maken van alle dekkingen door het terrein geboden
en zoo deze ontbreken zullen zij het kruipend voorwaartsgaan in
practijk moeten brengen.
Zijn de gewonden op deze wijze te bereiken, dan moet getracht wor
den deze zoo goed en zoo kwaad dit gaat in de draagbaar te krijgen.
975
OEFENINGEN EN GENEESKUNDIGE MANOEUVRES. [Oct. 1915;