w
□aatregelen tegen de nerspreiding
uan pest.
Bij Algemeene Order 1915 No. 34 zijn met intrekking van de
Circulaire van het Departement van Oorlog van 24 Januari 1913
Vie Afdeeling No. 251/33 opnieuw de maatregelen vastgesteld, die
bij het leger moeten worden genomen om het voor de pest te
behoeden c.q. eene verdere verspreiding der ziekte tegen te gaan.
Hier en daar laat de order wel iets aan duidelijkheid te wenschen
over, wat daaraan moet worden toegeschreven, dat uiteraard eene
algemeene order zoo kort mogelijk moet zijn en zoo min mogelijk
in verklaringen of uiteenzettingen mag afdalen.
Om misverstand te voorkomen, had het verklarend gedeelte van
voornoemde circulaire (waar noodig gewijzigd) gehandhaafd kunnen
blijven. Ze gaf een kort en duidelijk overzicht van de verspreidings
wijze van de pest; zoodat de bedoeling der voorgeschreven maatre
gelen voor iedereen begrijpelijk was.
Vergelijkt men de nieuwe A. O. met de vervallen circulaire, dan
blijkt, dat de thans voorgeschreven maatregelen nagenoeg woorde
lijk uit de laatste zijn overgenomen.
Waar men verschillen aantreft, treedt juist de mindere duidelijk
heid, waarop ik doelde, aan het licht.
Reeds de aanvang der order geeft aanleiding tot misverstand.
„Uit onze kennis omtrent de /wijze, waarop zich de pest ver
spreidt, volgt, dat bij de maatregelen ter bestrijding van die ziekte
„rattenverdelging op den voorgrond staat".
Als men dit leest, vraagt men zich natuurlijk af: Gaan we dus
weer terug tot de maatregelen van 1911? Is bij de pestbestrijding
in Malang, Kediri enz. de rattenverdelging dan niet juist geheel op
den achtergrond getreden? Staat daar niet woningverbetering op
den voorgrond en is daar niet de leidende gedachte: Verminder
het contact tusschen mensch en rat zoo veel mogelijk?
Op de zooeven aangehaalde zinsnede volgt in de A. O. onmid
dellijk:
1028