Tactische oefening op de kaart. 3e serie. [Nov. 1915. kunnen maatregelen voor eene nachtelijke overvalling worden genomen. Opgemerkt wordt, dat het volgen van het spoor van een Wielrijders-colonne gewoonlijk tamelijk gemakkelijk is, ook wanneer zij zich dóór het terrein mocht hebben verplaatst, tenzij zij beschikt over opvouwbaie rijwielen. (Wij hebben géén opvouwbare rijwielen, onze strijders-wielrijders zullen daarom zelden volkomen tot hun recht komen doch, 't kan veranderen.) De hoofdmacht van 'svijands verkenningsafdeeling bevindt zich waarschijnlijk op ongeveer 4 K M. bewesten de TjiTaroem. Voor- loopig zal men er zich aan 's vijands zijde wel toe bepalen om te zorgen voor de eigen veiligheid èn om nadere gegevens te verkrijgen over den toestand ten Oosten van de rivier. Uit Westelijke richting kunnen dus worden verwacht kleine vijandelijke verkenningspa trouilles, die in 't Zuiden, maar vooral in het Noorden, öm den rechtervleugel zullen trachten door te dringen. Mochten daarentegen achter de vijandelijke verkenningsafdeeling sterkere afdeelingen in aanmarsch zijn, dan is een poging om in front door te dringen te verwachten, zij het dan, dat de vijand in verband met het betrekkelijk late weer van den dag, zich zal moeten vergenoegen met het herwinnen van het terrein op den Westelijken oever. Uit een en ander volgt, dat Majoor X er nagenoeg zeker van kan zijn, dat hij minstens tot den volgenden ochtend bij het aanbreken van den dag op den Westelijken oever niet ernstig zal worden verentrust, doch ook, dat het voor hen van het meeste belang is eenige gegevens te verkrijgen omtrent den toestand in 's vijands rug. Ware hem reeds nu bekend, dat zich kort achter de Tji Balagoeng géén sterke vijandelijke afdeelingen bevinden, dan zou een voort- dringen langs den Zuidelijken oever van die rivier, in de richting van de G. Djanggari (A. V) zijn aan te bevelen, omdat er met nagenoeg wiskundige zekerheid het gevolg van zou zijn, dat de vijandelijke afdeeling nog verder in Z. Westelijke richting zou wijken. De taak om de TjiTaroem af te sluiten zou daarna rustiger kunnen worden voorbereid. Nu men nog in het duister tast, moet van een dergelijk plan worden afgezien. Nadat een officierspatrouille (van het oorspronkelijke voorhoede-peloton, onder een onderofficier de officieren zijn schaars-) over Tjihondje en Tjipeudjeuh (A. III) voor opheldering in de richting van Tjiandjoer was uitgezonden (de waarschijnlijkheid, dat de op 17 Juli's morgens uitgezonden officiers patrouille in den val is geloopen, maakt deze maatregel noodig), en nadat bevelen zijn gegeven om van af de Pr. Sangkali (A. VI) over den seinpost op de Pr. Soesoeroe (Preanger-Reg.— 150000— blad V.) optisch den A. B. op de hoogvlakte van Radjamandala met het voorgevallene in kennis te stellen, geeft Majoor X. het volgende bevel uit: 1153

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 105