De Verdediging van Indie. [Nov. 1915. kans zou hij dan aan een derde bieden, die—wellicht zelf bij het uitbreken niet geheel gereed, dan wel weifelend of zijne belangen ingrijpen voorschrijven—als het ware daartoe uitgelokt zou worden. De tegenpartij komt dus met zooveel overmacht, als zijzelf noodig oordeelt. Zou dit door de omstandigheden niet mogelijk zijn, wel, dan begint zij den oorlog op dat tijdstip niet. In deze heele zaak toch is het initiatief aan de zijde van onzen tegenstander. Wij gaan niet een der groote mogendheden tot oorlog uitlokken. De overmachtige vloot komt, naar ik mij voorstel, met eene zeker aantal transportschepen met troepen. Er zal niet over ge dacht worden veel tijd te verliezen door eerst den oorlog ter zee uit te vechten en pas daarna troepen over te voeren. Dat geschiedt tegelijkertijd. En wel, omdat de vijand daarmede onze vloot dwingt, niet langer weg te schuilen of zich op andere wijze aan het gevecht te onttrekken; onze vloot moet dan vechten, „sich stellen" noemen de Duitschers dat. Mijn geachte tegenstander zal zeggen, ^dat dan ook het goede moment voor onze vloot gekomen is om te vechten, waar 's vijands bewegingen belemmerd worden door een transportvloot. De tegen stander geeft ons een tactisch voordeel om zelf het strategische voordeel van tijdbesparing te behalen; dat doet hij natuurlijk alleen, als hij zeker is, dat het tactische voordeel, dat hij ons Iaat, niet voldoende is om in het gevecht de balans naar onze zijde te doen overslaan—dus, als hij met groote maritieme overmacht kan optreden. Zooals ik boven opmerkte, moet dit worden verwacht. Dan moet dus de vloot van de Staatscommissie vechten in een hopeloozen strijd, die in eenige uren beslist is en daarmede het lot van geheel Indië. Wie wil nu op die ééne zwakke troef het geheele spel zetten? De bedachtzame Hollander? Tot aanbeveling van het stelsel van de Staatscommissie is ge zegd—en nog onlangs in de Tweede Kamer herhaald dat ons verdedigingsstelsel, tot nu toe gericht op de beveiliging van Java, den geheelen Archipel moest omvatten. 1065

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 15