De Verdediging van Indie. [Nov. 1915. Aangezien de Heer Schepp op dat gedeelte van mijn betoog niet is ingegaan, zal ik er thans niet meer uitvoerig over spreken. Maar, ik wil er toch nogmaals op wijzen, hoe gevaarlijk dat rekenen op een bondgenoot is, waarop de voorstanders van een artillerie-vloot steeds terugkomen. Met groote heeren is het kwaad kersen eten, dat ondervinden ook de kleine staten, die met groote mogendheden mededoen. Heeft Servië dit niet gedurende den huidigen oorlog gevoeld? Toen Italië mededeed, toen Bulgarije naar de zijde van de Verbon denen moest worden gehaald, waar bleef toen de zorg voor de Servische belangen, voor den kleinen bondgenoot, waarom de heele wereldoorlog uitgebroken is? Voor België is wel een van de grootste nadeelen van dezen oorlog, aannemende dat zijne onafhankelijkheid hersteld wordt, dat het daarna zoo'n moeite zal hebben zich uit de armen van Frankrijk en Engeland los te wikkelen, weer een geheel zelfstandige staat te worden. Het zal bij den Oostelijken buur verdacht blijven, de stemming van de Belgen zelf zal natuur lijk voor de Verbondenen zijn en dan zal het koele verstand, de eenige factor, die in internationale politiek de leiding mag geven, eene heele toer hebben België weer in wezen geheel onafhankelijk te maken. Door een artillerie-vloot kunnen wij niet blijven buiten de con flicten, die Oost-Azië nog zullen beroeren. Eenmaal aan de zijde van een bondgenoot gestreden hebbende, kunnen we ons daarvan niet meer losmaken, komen we in een toestand van afhankelijkheid. Dat is op zichzelf al erg, maar waar in Europa juist een anderen steun dan in Azië noodig zou zijn, zou dat ons ten slotte óf onze onafhankelijkheid óf onze koloniën kosten. Slechts absolute neutraliteit, door allen als zoodanig ver trouwd en gewaardeerd, en verdere uitbouw van onze, hoofdzake lijk door Carnegie's gift, ons als in den schoot gevallen positie als middeipunt van internationaal recht kunnen het doel van onze internationale politiek zijn. Elke bondgenoot schaadt ons in dit doel. Denkt men nu, dat als we hier in Oost-Azië een vloot van groote schepen bezitten, dat we dan buiten conflicten kunnen blijven? Denkt men, dat Gr ekenland en Roemenië, die in tegenstelling met Nederland en Denemarken niet over een zuiver defensief georga niseerde weermacht beschikken, na den oorlog, hoe die ook afloopt, 1073

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 23