SM SA M SIS Eene eennoudige opheldering door een half-Eskadron Brigade Caualerie, 0 (met een schets). Zij A. (fig I.) het punt, van waaruit eene Brigade zal marcheeren in oostelijke richting over A.B.C.E.G. Van den vijand zijn de sterkte en plaats, waar hij zich ophoudt, nog onvoldoende bekend. De Brigade-C4, bestemt een kleine cavaleriespits onder C°. van een wachtmeester voor de directe beveiliging en zendt de rest van het half-Eskadron eenige uren van te voren ter opheldering vooruit. Zooals we in het voorgaand artikel zagen, deelt de Esk. O. van te voren de patrouilles in, die bestemd zijn de wegen B.C E.G, en B.D.F.G. te volgen, en laat ze op den weg A B. vereenigd voor zich uit marcheeren tot B. De patrs. komen geleid lijk aan op den gewenschten afstand (3—5 K.M.) vóór het gros, dat in een kalmer tempo volgt. (Deze afstand voor Brigade Cavalerie. Hoewel hier de opheldering van Legercavalerie niet besproken wordt, wenschen we er toch de aandacht op te vestigen, dit door haar de ophel dering meer langs strategische lijnen geschiedt, zoodat de genoemde afstand dan als regel grooter wordt). Patr. P. volgt den Noordweg, patr. Q. den Zuidweg. Beide patrouilles verlaten elkaar bij B. om bij C. en D. weer verband te zoeken. Het gros komt zonder iets omtrent den vijand vernomen te hebben te B. aan. De Esk. O. laat afzitten en wacht op berichten van zijne patr.s Na eenigen tijd krijgt hij van patrs. P. en Q. de schriftelijke be richten: „Aangekomen te C. (D), geen aanraking vij Het gros gaat te paard en den marsch in naar C. De patrs. P. en Q. hebben ondertusschen ook verband gekregen en marcheeren af naar E. en F. 1) Vervolg en slot van het opstel in de September-aflevering. 1098 11 y Verkenning Dan eene stelling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 48