half-Eskadron Brigade Cavalerie.
[Nov. 1915.
voor het opsporen van den Noordvleugel. Nu deze taak volbracht
is, gaat het niet aan geheel op eigen gezag de opdracht zoo ver
uit te strekken, dat overgegaan zou worden tot het tweede gedeelte
van de taak, welke voor den Esk. Ct. is weggelegd, n.l. na het
beloop der stelling in front te hebben vastgesteld en hare vleugels
te hebben opgespoord, het zoeken van reserves, verplaatsingen van
troepenafdeelingen, opstelling van artillerie enz., achter het front.
De bevelen hiertoe worden opnieuw uitgegeven door den Esk. C1.
De Esk. Ck kan zelf slechts naar één vleugel en dat is natuurlijk
de meest gewichtige, d.i. die vleugel, die zich voor omvatting enz.
in het algemeen voor het verkrijgen van het beoogde doel het beste
leent.
Dat IA S. dadelijk na het vaststellen van den Zuidvleugel overgaat
tot de verkenning om dien vleugel is logisch. Hij wist toch bij
zijne uitzending, dat de Esk. O. de bedoeling had eventueel zich
naar het Noorden te verplaatsen. Volgende berichten eerst naar den
Esk. Ck op den Noordvleugel te zenden is uit den aard der zaak
uitgesloten. IA S. is dus, zoolang gezocht werd naar den Zuidvleugel,
niet zelfstandig, na het plan te hebben opgevat de verkenning er
om heen voort te zetten, wèl. Hij zal zijne berichten dan ook verder
rechtstreeks naar den Brig. Ck zenden. Daarom immers werd een
officier naar den Zuidvleugel gedirigeerd!
De Esk. C'. weet nu, dat zich eene vij. stelling uitstrekt richting
N. Z. met vleugels op de hoogten 450 en 500.
Dit bericht, zijnde een verzamelbericht van die der patr.s, wordt
naar den Brig. Ct. verzonden.
Het heeft ongeveer 214 uur geduurd, voordat deze gegevens
verkregen werden, maar verkennen kost nu eenmaal tijd, soms
zeer veel tijd, maar daarom heeft ophelderende Brigade-Cavalerie
dan ook eenige uren voorsprong noodig.
De Brigade kan ondertusschen niet zoo heel ver meer weg zijn.
De Zuidvleugel is verzorgd, de Esk. C'. marcheert af vóór het
front en wil zich voorloopig begeven naar kg. K., waar hij patr. R.
zal opnemen en nadere maatregelen zal treffen voor een verdere
verkenning. Op berichten van patr. P. wacht hij maar niet meer,
dat duurt te lang. Ondertusschen is hij toch wel een weinig ongerust!
Tijdens den marsch naar K. (fig 2) kreeg het gros nog wel een
vij. Cav. patr. te zien, maar tot een treffen kwam het niet.
1101
I. M. T. 1915 71.