De werving op Timor.
Nov. 1915.]
de goede werving niet bevorderen en vooral in de toekomst niet
zullen bevorderen.
De eilanden en landstreken, waarvan het betere soldatenmaterieel
wordt verwacht, zijn Beloe (Timor), Adonara en een gedeelte van
Lomblem, Maoemere en sommige streken in Ngoda (Flores), terwijl
de recruten, afkomstig uit de omstreken van Koepang, benevens
van Savoe en Roti waarschijnlijk in soldateske waarde beneden
hen moeten worden gesteld.
De uitzending van de betere elementen geschiedt van Beredaoe
en Endeh, de laatstgenoemde recruten melden zich vooral te Koe
pang aan.
Zoo zijn te Koepang in het eerste halfjaar van 1915aangeworven:
Januari: aangemeld 90, goedgekeurd 27, afgekeurd 63.
Februari: 42, 9, 33.
Maart: 40, 12, 28.
April: 45, 16, 29.
Mei: 22, 7, 15.
Juni: 24, 8, 16.
Juli: 35, 12, 23.
Totaal 298, 91, 207.
Op deze wijze gegroepeerd maken deze cijfers een indruk, die
niet bepaald gunstig en hoopvol pleit voor de physieke eigenschap
pen van het ras.
Maar want er is een gróóte maar!
Afgekeurd werden: als te klein 35, te jong of te oud 48, voor
gonorrhoe 13, voor platvoeten 10. Totaal dus 106. En wanneer
deze cijfers mede in aanmerking genomen worden, maakt het resul
taat der keuring een eenigszins anderen en zeer zeker beteren indruk.
En wanneer men er nu rekening mee houdt, dat om en bij Koe
pang feitelijk slechts één vaste werver, een Timoreesch sergeant,
optreedt—en van verderen bepaalde bevordering, of om een hatelijk
handelswoord te gebruiken „gepaste reclame", vrijwel geen sprake
is,—dan lijkt mij de conclusie niet voorbarig, dat bij een meer
intensieve werving, een werving, die dus niet als een bijkomstige
factor beschouwd wordt, de resultaten beter en de toeloop veel
grooter zou zijn. In dit verband kan het volgende een aanwijzing
zijn. Tal van afgekeurden probeeren telkens zich onder hun eigen
of een anderen naam opnieuw te laten keuren, zoodat een wanhopig
1108