De werving op Timor. [Nov. 1915. dokter zelfs in het keuringsregister neerschreef: „Deze man werd reeds 14 Jan., 15 Febr. en misschien nog meer keer afgekeurd. Hoe dikwijls moet ik iemand afkeuren, voor ik hem voorgoed kwijt ben?" En ook kan er op gewezen worden, dat slechts 1 als „te dom" en 1 als „koerang intelligent" werd afgekeurd. Over de thans gedurende enkele maanden opnieuw ingezette werving in Beloe het volgende. De militaire commandant, een voorstander van deze werving, die de landstaal vloeiend spreekt en het vertrouwen der hoofden bezit, bereikte in korten tijd merkwaardige resultaten. Want de nomadiseerende Beloe, krijgslustig en avontuurlijk, bo vendien als grensbewoner een trouw vriend en groot bewonderaar van bapa kompeni, wordt graag soldaat, indien de kompeni hem „lakoe" bevindt en indien er werk van de zaak gemaakt wordt. De eerste maand liep het storm\ lederen dag meldden zich min stens 10 Beloes aan. En hoeveel er ook, o.a. tengevolge van de bekende, zwarte ziekte, werden afgekeurd, de animo minderde niet. Zoodat in enkele maanden ongeveer 500 liefhebbers voor 'tsolda- tenvak zich kwamen aanmelden. De juiste cijfers der aanmeldingen, goed- en afkeuringen zijn mij niet bekend, doch ongeveer 80 Beloesche recruten zijn thans als eersten oogst naar Java gezonden. Dit percentage is in ieder geval gering. Doch het oordeel van hen, die deze werving medemaakten, was, dat de keuringseischen te streng zijn en dat er betere resultaten hadden kunnen worden bereikt. In de keuringseischen is als reden tot afkeuring o.a. aangege ven: abnormale vergrooting van de milt. En dit is een zeer, ruime eisch. Zou niet iedereen in ons leger van tijd tot tijd eens een abnormaal vergrooten milt hebben gehad? En bovendien, zou het feit, dat de Beloes bergbewoners en dus bergbeklimmers zijn op dien grooten milt ook geen invloed hebben gehad? Maar in Indië wordt de milt-vergrooting blijkbaar alleen aan malaria toegeschreven. Intusschen zouden in Beloe mèt die groote milt instede van 80, thans reeds minstens 200 man zijn goedgekeurd. Nu was het soms droevig om aan te zien. 1109

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 61