De werving op Timor. Nov. 1915.] Zoo zouden van de grenskampong Sodi een 10 tal Beloes— uiter lijk prachtkerels naar Beredaoe gaan om gekeurd te worden. Dat beteekende 120 echte, zilveren guldens in den handpalm, dat beteekende voor het dorpshoofd, den braven datoe Kès, voor eiken goedgekeurden artiest 25 gulden dat beteekende dus veel haarspelden en armbanden voor de Mevrouwen en Juffrouwen - dat beteekende veel liefde, en veel feesten, en nog meer Beloesch plezier. Vermits de Beloesche maatschappij een zeer communistische is. Maar een paar dagen later kwamen ze moedeloos langs den grooten weg terug één zegge één van de tien was goedgekeurd. En toén wou die ééne natuurlijk ook niet! En ze kwamen terneergeslagen in de kampong geen roepiah's, geen feesten, geen meiskens en geen plezier. Zoodat, als je nu in Sodi vraagt, of ze soldaat willen worden, het beleefde, doch besliste antwoord luidt: lalè toean! Dit feit op zichzelf zegt natuurlijk niets, maar een weinig minder strenge keuringseischen (onze keuringseischen zijn zeer streng) en het resultaat zou beter zijn. Want al blijkt er dan onverhoopt later eens een recruut te zijn aangenomen, die z'n zes jaren dienst niet naar behooren kan verrichten de werving in 't algemeen zou gebaat en bevorderd worden. Vooral wanneer het een eerste werving of een hernieuwde werving betreft. Dan moet niet angstval lig iedere mogelijkheid van een schadepostje vermeden worden dan moet in de eerste plaats de werving populair gemaakt worden onder de bevolking. En dat wordt juist door een, vooral voor 't begin, te strenge keuring tegengewerkt. Dat de doktoren echter angstvallig aan de strenge keuringseischen tegenover jonge kerels de hand houden, is hen goed recht en zeer verstandig. Want hoevelen zouden anders geen „koopje snappen." Men vergete niet, dat het korps officieren van gezondheid een eenigszins ander korps dan het onze is, waarvan den leden niet van jongsaf ons begrip van soms verkeerde—kameraadschap is bijgebracht. En zoodoende is een goedgekeurde recruut, die later niet „lakoe" blijkt en dus een financieel schadepostje van belang wordt, volstrekt geen vizionair iets. neen. 1110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 62