De werving op Timor. [Nov. 1915. Het zou de werving in Beloe en in 't gewest Timor in het alge meen zeer zeker ten goede komen, indien de zware keuringseischen iets minder werden gesteld en indien aan de doktoren wat meer vrijheid van handelen en beslissen werd gelaten. En dan, er mag ook wel eens de aandacht op gevestigd worden, dat het voor een dokter ook niet bepaald alles is om dagelijks een tiental goenoeng-heeren te keuren, zonder daarvoor eenige vergoe ding te ontvangen, terwijl voor de keuring van een waarlooze pradjoerit f 2.50 kan worden gedeclareerd. Natuurlijk, de keuring van recruten behoort tot het werk van een militairen dokter, maar bij de werving voor een beroepsleger is in 't algemeen goedkoop, duurkoop. Waarom niet iedereen, die door de werving extra-be zigheden verricht, daarvoor ook extra betaald? Dat is economie ën zelfs practische economie. Bovendien, indien bijv. een dokter voor iederen goedgekeurden recruut een zeker bedrag mag decla- reeren, kan dit als compensatie dienen voor het geval, dat hij zich „in de vingers snijdt" en betalen moet. Wij moeten bij de werving niet in de eerste plaats het oog gericht houden op goedkoop werk. Het zal werkelijk en we zenlijk tenslotte toch duurkoop wezen. Op een enkele uitzondering na-en dat is, dat in 't algemeen degene, die door de werving geen extra-bezigheden behoeft te verrichten—is de werving ook in het leger niet populair. Hier en daar wordt eens iemand aange bracht, maar juist het administratief kader, al degenen, die door de werving werk en soesah krijgen, blijven buiten iedere financieel douceur. Wil men dan ook in het gewest Timor de goede resultaten be reiken, die er werkelijk te bereiken zijn, dan moet men die werving in de eerste plaats goed organiseeren en „in 't groot" aanpakken. Een vast officier met vele, flinke onderofficieren als wervers, alleen en uitsluitend met de werving belasten. De doktoren bij die werving interesseeren, de werving populair maken onder het volk— o.a. door steeds, zelfs ook naar meer afgeiegen eilanden, de aange nomen recruten met verlof, en in hun nieuwe kleeren en met hun handgeld, naar hun kampong te sturenminder huiverig zijn voor een schadepost, die bij iedere „en gros" zaak moet geboekt en daar om tevoren ruimschoots afgeschreven worden. Verkeerde zuinigheid bedriegt ook hier. 1111

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 63