De werving op Timor. Nov. 1915.] Doch er doen zich nog andere vragen voor bij de werving van de Timoreezen. De Timorees doet z'n intrede in het leger als „inlander", d.w.z. wordt met Javanen, Boegineezen, Madoereezen, Palembangers enz. doorééngerommeld, ongeacht het feit, dat hij öf heiden öf zoogenaamd Christen is en dus zeer zeker niet op z'n plaats is tusschen Mohamedanen. Tusschen de Javanen zal de Timorees nooit tot zijn recht komen. Hij verlangt een geheel andere behandeling, hij heeft volkomen andere eigenschappen en vooral geheel andere, soldateske eigen schappen. Wil men nu werkelijk met Timoreezen in ons leger iets bereiken, dan dient men hen van 't begin af aan afzonderlijk in te deelen in Timoreesche compagniën en ook een andere opleiding te geven als den Javaan. Iedere landaard zijn eigen opleiding! En dan geen zevenmaandsche haastige opleiding, waarvan nu op de buitenbezittingen de akelige gevolgen reeds ondervonden worden, maar een degelijke opleiding, die rekening houdt met het feit, dat de Timorees in 't algemeen een ongewasschen wilde is en vrijwel alles nog moet leeren. Om van' onderwijs nu maar heelemaal niet te spreken. Het instituut van de gemengde compagnie, de gemengde brigade, wordt door een groot gedeelte van ons officierskorps terecht als een fotale mislukking beschouwd. Voor rassen-associatie is ons leger niet rijp en het mag er in ieder geval geen proeftuin voor worden. Ras bij ras, christen bij christen, mohamedaan bij mo- hamedaan en heiden bij heiden. De tegenwoordige brigade tegen den 1. V.: Europeanen, Amboineezen en Inlanders is een onding. Met een dergelijk heterogeen geconstrueerd instrument is geen be hoorlijke operatie te verrichten. De Europeaan is niet de aange wezen soldaat voor het patrouille-werk in de rimboe en Amboinees en Javaan zijn antipoden, 't Eenige tastbare resultaat is dat de verschillende rassen eikaars slechte eigenschappen overnemen, dat iedere samenhang, iedere band in de brigade ontbreekt en dat door de menging ieder ras in z'n soldaten-eigenschappen achteruit gaat. Behalve Kromo, voor wien de geheele beweging op touw is gezet en die precies dezelfde Kromo gebleven is. 1112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 64