Overzicht van eeniqe Buitenlandsche Tijdschriften. [Nov. 1915.
No. 134 geeft een zeer interessante beschrijving van den slag bij
Stryj, waarin het leger van Linsingen, strijdende op een front van
50 K. M ongeveer in het centrum een doorbraak wist te bewerk
stelligen en vervolgens van die plaats uit in N. en in O. richting
vervolgde. Wij kunnen niet nalaten enkele bijzonderheden uit het
artikel te vermelden. Den 12en en 13en Mei nog werd gestreden
om de oorspronkelijke Russische stellingen in de West-Karpathen.
Bij de vervolging in N. O richting stieten de centralen op eene
voorbereide en bezette stelling ter lengte van 75 K M van den
Dniestr om Stryj in Z O. richting loopende. Den 17en Mei begon
de aanval. Wel werd eenig terrein gewonnen, doch reeds spoedig
kwam de beweging tot staan, zoodat moest worden overgegaan tot
grondige voorbereiding met artillerie en tot den sappenaanval. Be
sloten werd den hoofdaanval te richten op het deel ten Z. van
Stryj. Hier begon den 26en Mei de voorbereiding met artillerie,
waaraan twee batterijen 30,5 c.M. mortieren deelnamen. In de
volgende nachten werden nog troepenverplaatsingen naar de hoofd
aanvalsgroep bewerkstelligd. In dezen tijd slaagden de Russen er
in om deelen van den R. vleugel der centralen teruir te dringen,
zoodat inderdaad de positie van het centrum bedenkelijk werd. Toch
zette von Linsingen den voorgenomen aanval op den 3len Mei door
en met succes. Den len Juni was het deel der Russen ten N. van
Stryj in vollen aftocht en den 5en Juni ook het deel ten Z. O. van
genoemde plaats.
De stelling der Russen wordt als volgt beschreven: De verster
kingen werden reeds in den loop van den winter met behulp van
burgerarbeiders opgeworpen. (Dit woord „opgeworpen" past te
genwoordig in hooge terreinen niet meer. Wij moeten nu spreken
van „uitwerpen" 1.) Zij waren „geradezu mustergültig. Tief aus-
gebaute Schützengraben mit Schiessscharten und grossen stark ge-
deckten Unterstanden waren hier einer neben dem andern dem
Gelande vorzüglich angepasst. Vor der Front waren mehrere flache
Drahthindernisse hintereinander angelegt. Fast jeder Teil der Stel-
lung konnte von einer der Nachbarstellungen flankiert werden.
In den Schützengraben selbst befanden sich besonders angelegte
Flankierungsanlagen, aus denen das Gelande vor den in einem
nach dem Angreifer zu offenen Bogen laufenden Graben von der
Seite her unter Maschinengewehrfeuer genommen werden konnte.
Meist befanden sich mehrere solcher Graben hintereinander. Die
Drahthindernisse sollten durch besonders vor die Stellung gescho-
bene Postenlöcher seitwarts mit Feuer bestrichen werden. Aujfal-
lend war nach unsern Begriffen über die Anlage von Feldbefesti-
gungen das an manchen Stellen nur sehr geringe Schussfeld der
Infanterie. Haufig lagen die Stellungen dicht hinter einer Höhe
Cursiveering van ons. I.
1141