Boekaankondiging en -bespreking. [Dec. 1915.
den Topografischen Dienst van de o. i. juiste, d. i. de militaire,
zijde wordt bezien.
Uit een militair oogpunt komt het er bijna nooit op aan, of het
horizontaal en verticaal verband volmaakt zuiver is.
Of een punt, of een hoek, volkomen op zijn plaats of op de juiste
grootte is aangegeven, is in den regel al van heel weinig belang.
Als wij - militairen - aan de hand van de kaart zonder tijdverlies
den weg kunnen vinden en op de kaart bevelen kunnen geven, die
bij verkenning in het terrein blijken slechts weinig wijziging be
hoeven ondergaan en daartoe komt het weinig op het verband,
doch ten zeerste op volledige vermelding van details - (kleine) in
zinkingen en verheffingen, alsmede begroeiing - aan, dan voldooet
een kaart aan de van militaire zijde te stellen eischen.
Meerdere nauwkerigheid wordt natuurlijk dankbaar aanvaard, mits
niet ten koste van de volledigheid van het "aantal" noodige kaarten
en-met het oog op de in In iië veelvuldig plaatsvindende veran
dering van details (welke verandering maakt, dat een kaart slechts
gedurende korten tijd "bij" is)—niet ten koste van:
a. een snel verschijnen na de opname, of
b. het voortdurend' herzien der details.
Uit het Verslag blijkt op meerdere plaatsen het bestaan van sa
menwerking van den Topographischen Dienst met andere takken
van dienst (Irrigatie, Boschwezen, B B.), waardoor natuurlijk over
bodig werk voorkomen wordt. Het is ons niet bekend, of ook voe
ling met cultuurondernemingen gehouden wordt. Onze kaarten zijn,
wat de door deze ondernemingen bezette gronden aangaat, uiteraard
heel moeilijk bij-te houden; door regelmatig gegevens van de kaarten
der ondernemingen over te nemen ware hierin wellicht voor een
groot deel te voorzien.
Het Hoofdstuk over de 2de Opnemings Brigade bevat o. m. een
interessant kaartje over de wijziging der kustlijn in het Krawanusche,
eenige bijzonderheden over bevolking en veestapel van die afdeeling,
alsmede over de waterarmoede in een deel van Noord-Cheribon.
De Brigade Chef vermeldt, dat aanvang 1914 slechts 1 - zegge één-
(Inlandsche) topograaf beschikbaar was voor de (uit een militair
oopgunt zoo gewichtige) herzifening der Preangerkaarten.
Op Bladzijde 77 wordt melding gemaakt van een in bewerking
zijnde wegenkaart van West-Java op 1:250000ste.
Het verslag van de 3de Opnemingsbrigade bevat lezenswaardige
aardrijkskundige beschouwingen over een deel van de residentie
Palembang.
Hoofdstuk 11 behandelt de verrichtingen bij de Topografische
Inrichting.
Veel werk werd voor andere takken van dienst verricht. Voor
reclame werden 2 reliëfkaarten vervaardigd, welke naar de ten
toonstellingen van Semarang en Frisco werden gezonden.
1267