Dec. 1915.j Boekaankondiging en -bespreking.
In den tekst vinden we tallooze aanwijzingen, waar meerdere
details zijn te vinden; voor hen, die in staatsbladen weinig thuis
vermeld1 W 111 tijdschriften en andere bronnen worden
Doch er is meer. Het boek gunt ons een blik in de beginselen
die bij vele maatregelen hebben voorgezeten en daaraan ontleent
uithlifvpn Hnp hpT3a goede gevolgen hiervan zullen niet
j een maatregel begrepen wordt, des te meer
doeltreffend zal de uitvoering zijn.
Weliswaar waren die beginselen tot dusverre niet geheim en zijn
zij te distilleeren uit verschillende publicaties, doch in dezen be-
"°P|fn Yorm werden ze nog niet gegeven en gemeen goed waren
ze allerminst. Eenige schuchterheid bij die mededeelingen valt niet
te ontkennen, vooral waar het de toekomst geldt. Of tast de Re
geering zelve in dat opzicht nog in het duister?
Laten we intusschen niet de geheele hand wenschen, waar slechts
gegevon wordt. Al geeft het boek geen aanwijzingen
hóe het zal gaan dat het zal gaan, spreekt uit schier elke bladzijde'
Het geheele boek, de cijfers geven perspectief, het is overal uit
breiding en hoopvolle verwachting, die er uit tegenklinken.
En daarmede geeft het boek een beeld van de omvangrijke taak
die nog op de Buitenbezittingen te vervullen is. Zal Nederland die
tot een goed einde brengen, dan zal het daartoe van zijne beste
krachten moeten afstaan. J
vertrouwen in het regeeringsbeleid der laatste
jaren belangnjk verhoogen en de overtuiging vestigen welk een
rijkdom de Buitenbezittingen vertegenwoordigen, eene overtuiging
voor ons militairen van het grootste belang. De volgende stap is
immers, dat het rijke bezit voor ons verzekerd moet blijven en dat
uzi middelen daartoe wel degelijk aanwezig zijn
Moge de jongste publicatie van het Encyclopaedist Bureau om
vele redenen in breeden kring belangstelling wekken voor dat deel
van den archipel, waarmee de toekomst van Indië en Nederland
"fr+W .sa™enhfngt- Belangstelling, die zich in daden weet om te
zetten Vooral moge het menigen Hollandschen jongen man zijne
rachten in dienst der ontwikkeling van die streken doen stel
len, velen daarbij onttrekken aan de weliswaar gezellige doch
weinig opwekkende binnenkameratmospheer, die tot dusverre'helaas
meer bekoring schijnt te hebben dan ook naar den geest meer
loonend werk in Grooter Nederland. v H
Weltevreden, den tOen November 1915.
Orgaan der 11.1. Officiersnereeniging, le 3aargang Do. 1,1915.
In ons betrekkelijk kleine, militaire wereldje is de geboorte van
een nieuw blad eene te belangrijke gebeurtenis dan dat het I. M. T.
1270