Onze Mitrailleur-Schutters en hunne Schietopleiding. [Dec. 1915.
Ook om aan het vereischte in de laatste alinea van punt 2 te
kunnen voldoen, is het als aangewezen, om den stukscommandant
niet achter het stuk te zetten.
Bij eenigzins aanhoudend vuur zal toch de rookontwikkeling den
schutter beletten doel en aanslagen goed waar te nemen.
Een doelmatig zijwaarts geplaatste stukscommandant, die boven
dien met een prismakijker bewapend is, kan dit wèl en kan dan
ook bijtijds ingrijpen, als dat noodig mocht zijn.
Van een vuurleiding van een stukscommandant, die achter het
stuk zit, is m.i. geen sprake en toch berust in de practijk juist op
hem een groot deel van die leiding.
Zeer zeker zal bij den nieuw-model Schwarzlose-Mitrailleur, bij
welken de olie-inrichting is vervallen, de rookontwikkeling aanmer
kelijk minder worden en zullen daardoor de zooeven genoemde
nadeelen wel minder zijn.
In punt 3 van ons V. Voorschrift lezen wij, dat de geleiders geen
deel nemen aan de schietoefeningen.
Inderdaad moet hunne opleiding er in de eerste plaats opgericht
zijn, dat zij met hunne dieren kunnen omgaan en deze ook in moei
lijk tenein zoover mogelijk naar voren weten te brengen.
Maar toch zou het m. i. zeer nuttig zijn, indien zij althans met de
behandeling van het wapen zoodanig vertrouwd geraakten, dat zij
zoo noodig na ingetreden verliezen kunnen bijspringen, dat hun de
handen niet scheef staan, wanneer de mitrailleur vlug uiteen ge
nomen en verplaatst moet worden, een nieuwe band moet worden
ingebracht.
Proefondervindelijk bleek mij, dat het meerendeel der geleiders
daartoe thar.s nog onbekwaam is en dit is wel begrijpelijk.
Eene dergelijke oefening zal bovendien hun gevoel van eigenwaarde
in niet geringe mate omhoog brengen en hun van het idee afhelpen,
dat zij slechts lakoe zijn om een paard voort te trekken.
Bovendien lijkt mij een dergelijke elementaire opleiding, wat den tijd
daarvoor benoodigd aangaat, niet bezwaarlijk, waar thans wel bij de
voor de handlangers geldende oefeningen, de geleiders met de paar
den den marsch worden ingestuurd om hen bezig te houden.
Die tijd zou veel nuttiger besteed kunnen worden, door hun ook
eens het wapen in handen te geven.
Zeer terecht is in het Oostenrijksche Schietvoorschrift de bepaling
1187