Allen adspiranten moeten dezelfde kansen geboden worden.
En dat gebeurt niet!
Want ik wil hier een vergelijking treffen tusschen de mindere
militairen op Java en die op de Buitenbezittingen. Omtrent het
examen op Java kan ik niet oordeelen, omtrent dat op de Buiten
bezittingen wel. En dan moet me hier het woord van 't hart en
uit de pen, dat de buiten-soldaat in deze belangrijke kwestie aan
merkelijk bij z'n collega op Java ten achter staat en wordt gesteld.
Ik zal dit trachten aan te toonen.
Men eischt tegenwoordig voor den Europeeschen en Ambonee-
schen adspirant een zekeren ondergrond van schoolsche kennis.
Dit is op zichzelf toe te juichen, mits het niet in overdrijving
ontaardt. De meest geletterden zijn practisch bij lange na niet altijd
de beste onderofficieren. Praktijk, nuchtere praktijk en practische
handigheid blijven de hoofdzaak.
Maar eischt men schoolsche kennis, dan eischt ook de bil
lijkheid, dat men iederen minderen militair in de gelegenheid stelt
in het leger die kennis op te doen. Op Java nu heeft men de
korpsscholen - al is over dit instituut ook wel 't één en ander te
boekstaven, dat niet bepaald rooskleurig afteekent! maar op de
Buitenbezittingen heeft men die instituten niet. En zijn ze trouwens
ook onbestaanbaar, even goed als het daar onbestaanbaar is, om
een serieuze schermopleiding in te zetten. Waar en hoe moeteen
fuselier, een ongeletterd fuselier met kader-aspiraties op maan
denlange patrouilles, bij 't voortdurende rimboe-werk en rondzwer
ven schoolsche kennis opdoen? Hij is dankbaar en tevreden, als
hij 's middags z'n potje gekookt, z'n kleeren gewasschen en de
horizontale lijn in rust en vrede gevonden heeft.
Bovendien wordt van de adspiranten geëischt kennis van regle
menten, tirailleeren, seinen, enz.—dz. dus militaire werkzaamheden
en kundigheden, die in een garnizoen op Java, öf dagelijks verricht,
of als 't ware spelenderwijs verworven worden. Op de Buitenbe
zittingen is de militaire daagsche dienst echter van een gansch
andere structuur. Daar behooren juist die oefeningen uit hetjava-
garnizoen tot de hooge uitzonderingen, behalve dan misschien
op de gewestelijke hoofdplaats. De adspiranten van deze plaats
1202
Dec. 1915.] Eén en ander over de toelating tot de kaderscholen.