Boekaankondiging en -bespreking. Bet ^aarrerslag Dan den Topograhischen Dienst in nederlandsch-Dndië oDer 1914. Het Verslag—dat, als naar gewoonte, keurig verzorgd is—geeft wederom een duidelijk beeld van het vele, dat door dit dienstvak in het betrokken jaar werd gepraesteerd, Intusschen moet ons van het hart, dat van dit „vele", relatief slechts „weinig" gericht is op urgente militaire behoeften. Zoolang niet van geheel Java voldoende nauwkeurige kaarten (en als zoodanig mogen o. i. reeds worden aangemerkt de schetskaarten op 1:5C000ste van Cheribon (0 zie bladzijde 114 welke met niet genoeg te waardeeren spoed en ijver, in no time, werden vervaar digd) voorhanden zijn en daar lijkt het in de verste verte niet op,, wordt het militair belang met triangulatie op Sumatra, Celebes, Bali en Lombok, met karteering van Sumatra en Zuid-Gelebes niet alleen weinig, doch beslist niet gediend. De Topographische Dienst is onderdeel van het Leger en behoort dus in de eerste plaats Legerbelangen te dienen en dit gebeurt o. i. niet. Het dienstvak is langzamerhand verworden tot eene instelling, die ongetwijfeld hard en goed werkt ten nutte van Indië, doch waarbij hare eigenlijke taak meer dan lichtelijk in de verdrukking gekomen is (2). Na deze ontboezeming meer speciaal tot het verslas terugkeerende, viel ons op en tegen, de vermelding, dat bij de Triangulatie met minder goed bruikbare instrumenten gewerkt is moeten worden. (1) Deze kaarten blijken niet slechts "eenigszins betrouwbaar" te ziin, doch vertoonen - naar ons uit betrouwbare bron werd medegedeeld» nage noeg geen verschillen van militair - praktische beteekenis met die der on derhanden zijnde normale opname van die residentie. Er is dan ook alle reden overal de normale opname te laten rusten tot tijd en wijle eindelijk en ten leste van geheel Java kaarten zijn verkregen, al zijn ze dan ook desnoods slechts „eenigszins betrouwbaar". (2) We verwijzen hiertoe b.v. ook naar de overigens voortreffeijlke bij drage van Majoor van Lith in het W. J. 1. K. V. en, om een greep te doen uit het Jaarverslag, naar bladzijde 92 en 93, waar de meest gewensch- te schaal voor de opneming van een deel van Benkoelen besproken wordt. Van militaire eischen geen woord, wel B. B -, irrigatie-, cultuur- en S. S- belangen worden besproken, trouwens het militair belang zou eischen, dat de hier bedoelde brigade op Java werkte, b.v. in Zuid-Pre- anger of Banten. 1265-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 123