Dec. 1915.]
Uit de Practijk.
heeft hij aangetoond, dat de aanslagschutters het kalme richten ook
nog wei kunnen. En dan bestaat bovendien ten allerminste nog
de kans, dat de juist-snelle-aanslag in het gevecht voordeel oplevert.
De mogelijkheid is immers niet geheel en al uitgesloten, dat de voor
standers der nieuwe methode de zaak helder inzien?
Neen Alif, met uw voorbeeld bewijst gij niets tegen de nieuwe me
thode, integendeel gij ruimt een der bezwaren daartegen uit den weg.
Wilt gij werkelijk aantoonen, dat wij ons op den verkeerden weg
bevinden, bewijs dan, dat het niet waar is, dat de mensch in dringend
gevaar een vergroote pupil krijgt, dat hij wèl het linkeroog sluit.
Of toon de mogelijkheid aan, de onhebbelijkheid van die vergroote
pupil aan menschen af teleeren; bewijs, dat den mensch wèl geleerd
kan worden, ook in gevaar zijn gedachten op kalm richten te con-
centreeren.
H. DE JONGH.
Een Uraag uit de Rimboe.
Punt 3C6 (4) V. V. I. luidt: „(4) Bij alle vervoer per prauw of
„ander inlandsch vaartuig moeten de geweren (karabijnen) zoodanig
„aan de vaartuigen worden bevestigd, dat zij bij het kantelen niet
„verloren kunnen gaan, maar toch zoo noodig onmiddelijk kunnen
„worden losgerukt".
Gaarne zou ik eens het oordeel van andere collega's vernemen,
hoe dit punt in de praktijk wordt opgevolgd voor wat betreft „dja-
loers", dat zijn op Borneo uitgeholde boomstammen, vaartuigen uit
één stuk, met meestal geen enkel uitstekend gedeelte, wat zou kun
nen dienen om de geweren (karabijnen) aan te bevestigen. Men
kan op de plaats, waar de O. zit, een spijker halverwege erin en
dan krom slaan, bij wijze van oog. Dit gaat echter niet bij dja-
loers van kajoe be'ijan (ijzerhout) gemaakt.
Dajak.
(1) Mocht men meenen, dat de geoefendheid in het juistheidsschot is ach
teruit gegaan, niets geen bezwaar om nu en dan ook eens schietoefenin
gen te houden zonder tijdsbeperking. De nieuwe methode staat niet
vijandig tegenover het goede richten; integendeel, men kan nooit den juist-
snellen-aanslag leeren, zonder goed te kunnen richten.
1218