Dec. 1915.] De Forraalié-uitbreiding in 3apan. Met het toestaan der gelden ten behoeve van twee nieuwe divi- siën is een einde gemaakt aan den langdurigen politieken strijd voor legeruitbreiding. In hoeverre hierin de wenschen der militaire partij bevredigd zijn en, of voortzetting van legeruitbreiding tot verwezenlijking van het 28 divisiën-plan nog te wachten is, is voor- loopig niet zeker te zeggen. Wel hebben èn de ministerpresident èn de minister van oorlog duidelijk doen uitkomen, dat de thans begonnen oprichting van twee divisiën een onderdeel is van een grooter plan, maar overigens waren hunne verklaringen zóó vaag, dat daaruit niet tot verdere plannen voor de naaste toekomst beslo ten mag worden. De regeering is zich er wel van bewust, dat zij daardoor vele aanhangers zou verliezen, die haar thans trouw ter zijde stonden. En bovendien dwingt ook de onmiskenbare ongun stige staat der geldmidelen tot groote zuinigheid, te meer, daar ook de zeemacht veel vordert. Reeds nu verluidt, dat in de a.s. gewone zitting van den rijksdag gelden zullen worden aangevraagd voor nieuwen aanbouw voor de vloot tot een bedrag van 104 millioen yen. Is zulks het geval, dan zal van verdere legeruitbreiding in de eerstvolgende jaren zeker geen sprake zijn Met de oprichting der beide divisiën zullen eenige jaren gemoeid zijn. De twee divisiën, welke in Korea gelegerd zullen worden, zijn als volgt samengesteld: 4 infanterie brigades, d.i. 8 regimenten infanterie, 2 regimenten cavalerie, 2 regimenten veld-artillerie, 2 bataljons zware artillerie, 2 bataljons genietroepen, 2 treinbataljons. Hiervan zullen in 1915 de ondervolgende eenheden worden op gericht: 19de Divisie: 1/3 der totale infanterie of 16 compagnieën, 20ste Divisie: 1/12 der totale infanterie of 4 compagnieën, Cavalerie: 1 eskadron, Veld-Artillerie: 2 batterijen, Genietroepen: 2 compagnieën. De recruteering heeft plaats in eenige der bestaande en dichtst bevolkte recruteeringsdistricten, welker indeeling met de instelling der nieuwe divisiën voorloopig niet wordt gewijzigd. Het aantal recruten wordt dus in die districten gevoerd boven het aantal voor de eigen divisie vereischt. De recruten komen op den vastgestelden tijd (1 December 1915) op en worden afgericht bij eenige aan te wijzen, in Japan gelegerde korpsen. Na de eerste oefeningsperiode, (1 April 1916), vertrekken zij naar Korea, waarvandaan dan een even sterk contingent van de thans aldaar gelegerde troepen naar hun garnizoen in Japan terugkeert. 1222

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 80