[Dec. 1915. De tot de divisiën behoorende treinbataljons worden zuinigheids halve voorloopig niet in Korea gelegerd, doch bij divisiën in Japan gedetacheerd. De oefening van de driemaanders bij deze troepen, indien zij in Korea gelegerd waren, zoiide onnoodig hooge trans portkosten met zich brengen. De oprichting der divisiën zal in zes jaren geheel voltooid zijn. De op te richten 2 bataljons zware artillerie zijn bestemd voor de versterkingen te Gensan, alwaar thans 1 compagnie van het bataljon te Maizuru gedetacheerd is, en voor Chinhai, nabij Ma- sampo, waar eene oorlogshaven in aanbouw is. De uitbreiding van de tegenwoordige luchtvaartafdeeling zal in 3 jaren voltooid zijn. De afdeeling zal voortaan den naam van Ko- kutai (luchtvaart- korps) dragen en bestaan uit 5 compagnieën, waarvan de ballon-afdeeling een afzonderlijke companie vormt. Met deze uitbreiding, evenals met de oprichting van de compagnie radiotelegrafie, is het Japansche leger voor een deel in het bezit gekomen van de hulpdiensten, waarvan de instelling jaren lang op zich heeft laten wachten. A. Belooningen can Japanners poor deelneming aan de Krijgsüer- richtingen tegen de Duilsche land- en zeemacht. In den rijksdag werd de regeering gemachtigd schatkistbiljetten uit te geven tot een bedrag van 24 millioen yen, teneinde beloo ningen uit te keeren van de deelnemers aan de krijgsverrichtingen tegen de Duitsche land- en zeemacht in het vorige jaar. Uit sommige berichten moet opgemaakt worden, dat de schatkistbiljetten zelve aan de belanghebbenden zullen worden ten geschenke gegeven, voorzeker eene origineele wijze van toekennen van belooningen. Uit den aard der zaak vond het voorstel der regeering veel tegen stand in den rijksdag, al werd het ten slotte aangenomen. Uit de beraadslagingen bleek, dat volgens de regeering 14COOO man, direct en indirect, aan de krijgsverrichtingen hadden deelgenomen, zoodat de uit te keeren geldelijke belooningen gemiddeld ongeveer 160 yen per hoofd zouden bedragen. Volgens den minister van oorlog zou het aantal deelnemers aan het beleg van Tsingtao ongeveer 3C0C0 man bedragen hebben. De minister van marine verklaarde, dat van het marinepersoneel ongeveer 77000 man direct of indi rect aandeel aan de krijgsverrichtingen gehad hebben; hieronder waren ongeveer 25000 werklieden, klaarblijkelijk behoorende tot de werven en werkplaatsen der marine. Hieruit blijkt, dat het groote getal 140000 verkregen is, door bij de militairen van land- en zee macht, welke een rechtstreeksch aandeel genomen hebben aan de krijgsverrichtingen tegen Kiautschou, aan de bezetting van de 1223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 81