Jan. 1916.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. geen dus eerder zou pleiten voor toepassing van veldversterkingen, toch moet bedacht worden, dat het binden met een minimum aan eigen-, van een maximum aan vijandelijke krachten beter door duur zame versterkingen bereikt wordt en dus de laatste de activiteit in dat opzicht meer begunstigen. „Dagegen ist zuzugeben, dass feld- und behelfsmassig sicherer, wenn auch nicht mehr den, sich unversehens einstellenden, Bediirf- nissen entsprochen werden kann; eine Möglichkeit, die durch den Zwang in der Beschranktheit von Mitteln, Zeit und Kratten zumeist wohl aufgewogen oder nicht ausgenutzt werden diirfte." De schrijver bespreekt vervolgens de moderne gordelvestingen: a de eenheidsforten, die een te gemakkelijk doel voor den aanval ler vormen, b het systeem der gescheiden bewapening, dat uit den aard der zaak de leiding ingewikkelder maakt en dus in strijd is met het principe, „eenvoud", dat toch al door het kiezen van de verdediging - die gecompliceerd isimmers ze bestaat uit afwachten handelen-geschonden wordt, c de neiging om de intervallen niet voor offensief optreden te gebruiken, doch zooveel mogelijk passief- af te sluiten. De verdedigingsmiddelen moeten tegen de aanvalsmiddelen vol doende bestand zijn. Dit „voldoende" te bepalen, is hoogst moeilijk. Vooreerst moet rekening worden gehouden met de krachtigste aan- valsmiddelcn, waarover een aanvaller kan beschikken, d z. thans dc 42 c M vuurmonden (o.i. is dit dan ook het uiterst toelaatbare minimum, veeleer moeten permanente versterkingen thans reeds zoo goed als doenlijk is rekening houden met te verwachten vooruitgang der artillerie. ij De geweldige kosten, welke absolute bescherming vordert, zijn oorzaak, dat men onder vermijding van open opstelling en directe trefbaarheid veelal slechts bescherming tegen scherf- en G.K. wer king eischt. Nu, zegt W., is die „vermijding" niet gemakkelijk te bereiken; in de toekomst is een verder ontwikkelen van de tegenmiddelen der aanvallers (waarneming uit de lucht) te verwachten. De versterkingen vormen een schild, gedurende het „afwachten", doch het is evenzeer noodig, dat zij het daarop volgende „hande len" begunstigen, dus op de activiteit gericht zijn. Zoo moet ook b.v. tegen een eventucelen mijnaanval krachtig opgetreden kunnen worden en dus daartoe alle voorbereidingen getroffen worden. De groote kosten van werkelijk moderne duurzame versterkingen dwingen tot beperking in aantal en dit heeft tot geiolg: eene moeilijke keuze. Woelki maakt in verband hiermede de volgende treffende op merking over Yperen: „Wer konnte es z.B. vor dem Kriege ahnen, dass Ypern solche 100

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 102