jan. 1916.J Overzicht van èenioe Buitenlandsche Tijdschriften. Den 29sten September viel de Lange Berg, op 600 M. van den Hoogen Berg gelegen en daarna vergingen 70 dagen, voordat de Japanners op stormafstand van de Russische positie op den Hoo gen Berg gekomen waren en zij er ten slotte, ten koste van een verlies van 10.000 man, in slaagden de niet-permanent versterkte positie te nemen. Schweizerische Mil. BI. (Sept.) In het vervolg der „Artilleristische Briefe" bespreekt de schrijver de wenschelijkheid van wederkeerig begrijpen en daardoor samen werking van Troepencommandant en Commandant der ingedeelde Artillerie en geeft daarbij een typisch staaltje van het tegendeel. De schrijver acht het noodig, dat hoogere aitillerieaanvoerders af en toe als Troepencommandant optreden, alsmede als scheidsrechter (en dan niet als artilleristisch arbiter). Alleen daardoor krijgen zij een goed begrip van het optreden der andere wapens en inzicht in de wijze, waarop de artillerie steun moet verleenen. In Duitschland, zegt de schrijver, is zulks goed geregeld en hij laat daarop iets volgen, wat ook voor ons ten volle van toepassing is „Warum auch in dieser Beziehung dem deutschen Muster nicht nachahmen, da man es doch in so manch anderem tut, das wahrlich weniger angehracht ist Een lezenswaardig artikel is verder „Vom Feldsoldaten", waarin de aandacht gevestigd wordt op het verschil in dienstopvatting gedurende vredes- en oorlogstijd. Den soldaat wordt te velde veel meer initiatief gelaten, hetgeen zijn gevoel van eigenwaarde ver hoogt, het vertrouwen in de meerderen bevordert en hem lust en liefde doet gevoelen voor de zaak, waar om het gaat, waarmede vanzelf een grooter plichtsbesef gepaard gaat. In oorlogstijd gaat alles veel meer van zelf als in vredestijd, velen staan versteld over de ontdekking van hun eigen militaire talenten, nu ze los koAen van de soms intimideerende voogdij van Chefs, reglementen en bepalingen. Angstgevoel komt minder voor, dan men als buitenstaander zou denken, tenzij de man niets om handen heeft; bij den aanval b.v. heeft de man gjeen tijd om zich aan vreesgedachten over te geven: „Auch jeder einzelne Mann braucht seine ganze Aufmerksamkeit, wenn er sich in schwierigen Lagen richtig benehmen will; denn jede falsche Wendung kann seine Aufgabe und sein Leben ge- fahrden. Darum ware Angst das Allerschadlichste; sie verb'endet und verblödet; wer Furcht hatte, würde am sichersten getroffen: er würde allerei unsachliche Bewegungen machen und nicht ge- ntigend auf den Feind und die andern Umstande aufpassen. Das weiss man ehen auch, und jedenfalls gibt es Lagen im Frieden, wo man bedeutend mehr Spannung und Aufregung empfindet, als selbst vor einefn sehr gefahrlichen Angriff." 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 104