ÖVÈRZicHT van EENiGE ÖuiTENLANbscHE Tijdschriften. [Jan. 1916. Zwaar te verantwoorden heeft het echter de soldaat, die blootge steld aan het gevaar, slechts moet afwachten: „1st man zum passi- ven Verhalten verurleilt, dann diangt sich das Leiden, das allein im Bewusstsein herrscht, scharf auf; und der Drang, irgend etwas zu tun, ist in solchen Lagen oft so stark, dass man gern den Platz wechselte, selbst wenn man dadurch sicher in noch grössere Gefahr kame. Solange man aber noch hoffen kann, aus der Geschossgar- be herauszukommen oder mitzuhelfen, um das feindüche Feuer zum Schweigen zu bringen, ist die Sache weniger schlimm; dann schon der Wille zur Tatigkeit und die Aussicht darauf ergeben eine aktive Anspannung, der das Leiden nicht zu viel anhaben kann." De drang naar voren van een leger is dan ook niet zuiver een gevolg van de dapperheid, doch deels de oorzaak daarvan. Typisch, zegt de schrijver, is ook de invloed van den krijg op het innerlijk en op het uiterlijk dtr deelnemers, hetgeen in het artikel nader wordt uitgewerkt. We vermelden vervolgens het slot van de maritieme beschouwin gen van Admiral Custanze, verder een korte mededeeling over ver bruik van artilleriemunitie, waaraan we ontleenen, dat in den slag aan de Marne (Veldoorlog - ij-) vele batterijen 600 schoten per stuk afgaven. Nemen we nu eens-louter om de gedachte te be palen-aan, dat gedurende een B. V. oorlog 10 keer een groote actie plaats vindt en dat daarbij dooreengenomen de helft onzer artillerie 600-, de andere helft het meer bescheiden getal van 250 schoten per stuk afgeeft, dan moet dus in totaal beschikt kunnen worden over X 6C0 f X 250 4250 schoten per stuk. Voor Indië weten we geen cijfers, doch betwijfelen, of in oorlogstijd over een dergelijk bedrag beschikt kan worden; uit het W. J. V.t. b. v. K. W. '13 blz. 20 weten we, dat in Nederland beschikt wordt over 1000 schoten. De aandacht wordt verder gevestigd op „Nachwort zum artikel- Grundpfeiler zur Organisation des Dienstes von Kriegsfreiwilligen", waarin beschreven wordt de organisatie in Tyrol en Vorarlberg van de z. g. Siandschützen, die tot den Landstorm behooren en die thans een groote rol spelen bij den weerstand, die der Italianen geboden wordt. W. A. Korn geeft een artikel over „De binnenlijnen" met hun voor en tegen, dat zeker de moeite van het lezen waard is, te meer waar deze bij uitstek Napoleontische-wijze vad opereeren thans door de Duitschers met onmiskenbaar succes wordt toegepast en waar ook wij wellicht eenmaal op de binnenlijnen zullen komen te staan. 103

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 105