Uit de Pers. |Jan. 1916. overige maatregelen op den voet te volgen. Alleen zij aangestipt, dat in ongeveer 10 jaar 107 Australische reformmerries, afkomstig van het Leger aan de bevolking in de Preanger zijn afgestaan, waar van de meeste echter te oud (1C-12 jaar), bovendien zijn zij te hoog voor Inlanders. Toch laat schrijver volgen, dat de bevolking er zeer °PIn ^inlaatste kritiek geeft schrijver de gouvernementsstoeterij te Padalarang een veeg uit den pan. Zoo wordt berekend, dat een aldaar gefokte Sandelhouthengst met een handelswaarde van hoogstens 500 het gouvernement op maar eventjes 43C0.zou komen te staan. Zou hierop geen woord van tegenweer verwacht mogen worden.'' Doch de schrijver breekt niet alleen af, hij tracht ook op te bouwen en legt in zijn hoofdstuk: „Welke richting moet worden ingeslagen om een afdoende verbetering aan te brengen?" een soort van ge loofsbelijdenis af. Hij berekent dan, dat op Java en Madoera ongeveer 500 en op de Buitenbezittingen minstens 1250 dekhengsten gestationneerd moe ten worden, voorts beschrijft hij het paard, dat hij zich als fokdoel voorstelt en noemt daarna den hengst, van wien hij zulks ten slotte verwacht. Interessant is hier zijn splitsing van Indië in tweeen, n.l. Ie voor Java, Bali, Lombok en Soembawa: de volbloed en halt- bloedhengst. u. 2e voor het verdere Oosten van den Archipel: de Sandelhouthengst. Om tot dit besluit te komen heeft schiijver eerst den Arabier als rasverbeteraar moeten afbreken. Het is te betwijfelen, of zijn uitspraak in deze wel zoo gereedelijk ingang zal vinden. Overigens liet schrijver zich wel wat door zijn phantasie meesleepen door de afkomst van onzen edelen Sandelhout te moeten zoeken in het Mongoolsche wilde paard" de „Equus caballus przewalski Thans gaat schrijver er toe over om na te gaan, of de voorwaarden tot verwezenlijking zijner denkbeelden gunstig zijn. Men verwacht al vooraf, dat het antwoord daarop „ja" moet luiden; wie zal hem kwalijk nemen, dat hij daarbij een flinke dosis optimisme noodig heeft om alle bezwaren weg te praten? Verder moeten voor de fokinrichting sub le gedurende 9 jaar jaarlijks 1C0 dekhengsten (ponies) gekocht worden in Australië (tegen een aankoopsprijs van 216 a 300), Argentinië en Californië en voor de stoeterij, die op lava moet komen, het le jaar 14 dekhengsten a 5000 en 600 fokmerries (ponies) a ƒ601. Die stoeterij zou de eerste 5 jaar in totaal 875.000 en daarna jaarlijks 95.0C0 kosten en dient om in de jaarlijksche aanvulling van 120 dekhengsten te voorzien. Schrijver eindigt met een woord over de remonteering voor het Leger. Indien de Regeering een geheel uitgewerkt plan aanvaardt, (waarom niet dat van den adj. insp. B. V. D is men allicht geneigd tusschen de regels te lezen S.), zou na ongeveer 20 jaar de geheele remonte in het binnenland aangekocht kunnen worden. 125

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 127