Jan. 1916.] Uit de Pers. Moge inderdaad de Regeering spoedig de paardenfokkerij krachtig bevorderenHet artikel van Dr. v. d. Poel bezit daartoe een schat van waardevolle gegevens èn als studiebron èn als voorlichting ontleend aan de practijk door iemand, die op dit gebied veel gezien heeft. Wij kunnen de redactie der Veeartsenijkundige Bladen geluk- wenschen met de verschijning in hare kolommen van een artikel, dat in hooge mate veler belangstelling verdient en zeker niet het minst die van het Leger. Dat die belangstelling zich uite! en ook anderen hun licht zullen doen schijnen, opdat de Regeering spoedig dan in staat moge zijn Hare zoo zeer gewenschte desbewuste, ter zake kundige en consequent doorgevoerde richting daaruit te distilleeren! S. De ündische Begrooting in de Kamer. Bij de behandeling van de Begrooting op 16 November en vol gende dagen hebben verscheidene sprekers met een enkel woord hunne ideeën omtrent de toekomstige ontwikkeling van het Indische leger uitgesproken. Wij geven daarom eenige citaten uit de verslagen, zooals zij voorkwamen in het Bat. Nieuwsblad van 29 December en volgende dagen. De heer Bogaardt, Roomsch Kath: Aan de benoeming van den heer van Limburg Stirum zal de buitengewone internationale toestand wel niet vreemd zijn. Daarom mag men ook hopen, dat lndië zal worden begiftigd met een goed leger en een goede vloot. De heer van Bylandt, christelijk historisch: Vooral lette men op de verdediging; en het is een heugelijk verschijnsel, dat de Indische bevolking thans zelf er aan wil deelnemen, hetgeen hier zeer wordt gewaardeerd. Maar men moet deugdelijke middelen hebben om onze koloniën te verbeteren en daarom is haast noodig Immers er zijn wel rapporten en plannen, maar feitelijk is men nog niets verder. Ieder moge voor de verdediging van lndië offers brengen, immers onze koloniën zijn een belang voor allen, van den rijkste tot den armste. Zonder koloniën bestaat Nederland eigenlijk niet. De heer Knobel, vrij liberaal: Bij de verdediging zullen wij kunnen rekenen op de hulp van den Javaan. Het leger moet niet slechts worden onderhouden, doch ook uitgebreid. De heer de Meester, unie liberaal, vraagt uitbreiding van het aantal scholen en versterking van de weermacht, verklarende niet te begrijpen, hoe de getalsterkte van het leger wordt vermeerderd, wanneer aan den eenen kant iets wordt toegevoegd, doch aan den anderen kant iets wordt afgenomen. 126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 128