Artillerie van het Veldleger.
[Jan. 1916.
woordig bestaan bij de Japansche zware artillerie groepen, bevattende
3 batterijen van 4 stukken, waarvan eene batterij met het lange 10,5
c.M. geschut is bewapend, de beide andere met houwitsers, hetzij
van 12, dan wel van 15 c.M. Bovendien kunnen er nog bataljons
van de vestingartillerie en kustartilllerie worden ingedeeld. Zij voeren
lang 12 en 15 c.M. geschut en mortieren van 20 en 24 cM. mede.
Welk kaliberlengte is niet bekend, daar de proeven eerst sedert kort
zijn afgeloopen, mogelijk zelfs nog in gang zijn.
Omtrent het geschut is het volgende op te merken. De kanonnen
van 10.5 c.M. en de beide houwitsers zijn ingevoerd in 1905 en zijn
gedeeltelijk geleverd door de firma Krupp, gedeeltelijk in de fabrie
ken te Osaka vervaardigd. Het heeft schroefsluiting en eene hydrau
lische rem met eene voorbrenginrichting, werkend door middel van
veeren. De houwitsers bezitten geen schilden. De lichte houwitsers
worden door 6 paarden getrokken, de beide overige vuurmonden
door 8. De lange kannonen van 12 en 15 c.M. zijn pas sedert kort
ingevoerd; men mag dus aannemen, dat zij de moderne vuurmonden
der groote geschutfabrieken evenaren. Evenzoo is het gesteld met
den zwaren mortier, welke het kaliber, dat werd ingevoerd, dan ook
moge wezen.
12250
30°
19
Japan lang 10.5
c.M. kan.
id. Hw. 12 c.M.
id Hw. 15 c.M.
12 c.M.
lang
gesc
Krup
15 cM.
lang
hut.
asche
21 cM.
mort
24 cM.
eren.
Kaliber c.M.
Lengte in kalibers
Gew. vuurmond K.G.
affuit
voertuig
Grootste Vo M.
Gewicht Gr. K.G.
G. K.
Grootste dracht. M.
Schootshoeken.
10.5
30
2630
540
18
'12000
12
10
1167
1575
290
20
5600
15
11
2030
2530
290
36 i
6400
12
30
1420
2900
18052)
600
24
11500
15
30
2430
5070
29802)
600
41
12000
30°
21
14
2500
5800
36803)
350
125
9000
60°
24
12
3950
8900
533C3)
345
190
9300
60°
1) gering.
2) affuitwa
gen, kanonwa
gens resp. 3650
en 5200 K.G.
3) affuitwa
gen, kanonwar
gens resp. 2460
en 3660 K.G.
—5°
—5°
—20°
—20°