[Jan. 1916. een man worden er enkele naar voren gerold. Hij, of als hij buiten gevecht gesteld wordt, zijn opvolger, verzamelt zoo eenige zakken op een hoopje, werkt ze verder naar voren, laat zich nog eenige nieuwe toewerpen en krijgt zoo eindelijk voldoende dekking om zich daar achter liggend in te graven, kan dan zijn dekking uit breiden en geholpen door een tweede, derde, vierde man hebben zij voldoende terrein gewonnen om geleidelijk alle mollen" naar voren te doen komen. Hard gaat het zoo niet vooruit, maar als dè stellingen al dagen lang op 3d meter van elkaar liggen, zijn elke 3 meter meer waard dan 300 op de groote afstanden. 't Is de vraag, of het sappeeren dan niet beter is. Die maskeering met zandzakken is ook waarschijnlijk slechts nog mogelijk, als de afstand der loopgraven zoo ver is, als ik aangeef. Het voorschrift bevatte verder het noodige omtrent maskeering en onzichtbaar maken van omgewoelde aarde, omtrent schijndek- kingen en een paar teekeningen met afmetingen van schuilplaatsen en verzwaarde werken, staatjes van dikte der dekkingen, draag kracht van constructies voor scherfvrije dekkingen en derg. Verder een beknopte beschrijving of een teekening van hindernissen, van een periscoop, van emplacementen voor mitrailleurs en artillerie, een of twee voorbeelden van groepsversterkingen en niet te ver geten: aanwijzingen omtrent arbeidsverdeeling bij graafwerk, het aflossen, omtrent hygiene en afwatering, enz. Bovendien kunnen opgenomen worden een teekening van een landhoofd en een simpel staatje voor brugspannigen en dikte der liggers. Als aanhangsel: het gebruik van handgranaten, terwijl in aanslui ting daaraan per compagnie eenige oefengranaten verstrekt zouden moeten worden. Een dergelijk voorschrift zou m.i. up to date kunnen worden en toch beknopt, duidelijk en dun zijn en officieren en kader tegemoet komen aan het menschelijk gebrek, dat men niet alle getalletjes en teekeningen kan onthouden. De vrees voor vermindering van den offensieven geest, hoewel niet zonder grond, mag niet overheerschend zijn. Kan een offen sief aanvoerder niet zeggen: „Ik vrees ook dat niet"? F. Treffers. lste Luit. Infïe. 31 KUNST IN HET N.I. LEGER

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 33