[Jan. 1916.
voor de verschillende afstanden doelen gekozen moeten worden,
die in verband met de spreiding van den mitrailleur voldoende
trefkans geven.
Gaan wij de tabel der schoolschietoefeningcn na, dan valt het
ons op, dat van de 11 oefeningen er slechts drie zijn, waarbij de
schijf een gevechtsdoel voorstelt, n.I. bij de oefeningen 5, 6 en 9
(resp. te schieten op tirailleurschijf No. 1, idem No. 2 en 2 tirailleur
schijven No. 1 naast elkaar geplaatst). Van de 8 overige oefeningen
worden 1,2, 3, en 4 op schijf No. 3 geschoten (doelzwarte rechthoek
van 35 op 50 cm); oefeningen 7, 8, 10 en 11 op de strookschijf
(12 M. breed en vertoonende een donkere baan van 0.50 M. hoog,
tusschen twee witte banen van 75 c.M)
Zeer zeker hebben deze schijven hun nut voor het beoefenen
van het puntvuur en het regelmatig, op goede hoogte breed-strooien,
omdat het aanwijzen van treffers buiten de figuren mogelijk is en de
man dus leert zoo noodig zijn mikpunt te wijzigen, maar doel moet
toch blijven den man vaardigheid te geven in het beschieten van
gevechtsdoelen.
De oefeningen op deze strookschijven dienen daarom gevolgd te
worden door oefeningen, bij welke de man zijne reeds verkregen
vaardigheid leert toepassen op doelen, zooals die zich in werkelijk
heid voordoen en waarbij de behaalde resultaten de werkelijkheid
meer nabijkomen.
Thans zijn de oefeningen, die de man te volgen heeft om tot
de scherpschuttersopleiding te kunnen overgaan, samengeperst in
een elftal oefeningen, waarvan de overgangsvoorwaarden niet dui
delijk zijn aangegeven, terwijl ook de rangschikking naar de zwaarte
wel te wenschen overlaat.
En juist zou voor de individueele schietoefeningen met den mitrail
leur uit den aard der zaak een uitgebreider programma noodig zijn,
een programma te verdeelen in:
De schoolschietoefeningen, bevattende de oefeningen voor
puntvuur, breedstrooien, diepstrooien en scheefstrooien (op de punt
vuur en strookschijven),
De voortgezette oefeningen, waarbij geschoten wordt op
gevechtsdoelen (ook op niet nauwkeurig bekende afstanden),
De scherpschuttersoefeningen, waarbij de overgangsvoor
waarden geldend voor de voortgezette, ook schoolschietoefeningen,
35
SCHIETOPLEIDING VERVOLG EN SLOT.