Jan. 1916. J
den af te zoeken rechthoek hij zal beginnen. Deze hulp is van het
grootste belang.
Dat dit „revieren" uiterst vermoeien 1 voor het dier is, behoeft
wel geen betoog, zeer vele honden zullen hier dan ook niet in
staat zijn hun werk op de warmste uren van den dag te volbrengen
en zeer zeker niet in het laagland.
Of dit bezwaar zóó overwegend is, dat hierdoor de ambulance-hond
voor het Ned. Ind. leger ten eenenmale als onbruikbaar kan gequa-
lificeerd worden, valt ernstig te betwijfelen. Na aftrek toch van
het tusschen 10 u.V.M en 4 u.N.M. gelegen warme gedeelte van
den dag, resten er nog 18 uren, waarin de dieren hun menschlievend
werk kunnen verrichten (2), terwijl er waarschijnlijk ook wel eenige
kans bestaat, dat zij in andere terreinen dan die op 0 hoogte zullen
moeten arbeiden. Doch zelfs, al wordt gedurende het warmste ge
deelte van den dag geen dienst van de dieren gevergd, dan nog
zal hef van wijs beleid getuigen, indien al het mogelijke wordt
gedaan om de honden niet vóór den aanvang van hun werk noode-
loos te vermoeien en bij het werk noodeloos te kwellen.
Tot het eerste behoort o.m. het doen vervoeren der honden mid
dels auto's of sado's naar het af te zoeken terrein. (3)
Tot het laatste, kan gerekend worden het achterwege laten van
het door den hond doen medevoeren van opwekkende dranken
bestemd voor den te vinden gewonde.
Dit misbruik als draagdier (4) is absoluut af te keuren, en wel
om de volgende redenen:
a. Het dragen vermoeit het dier overmatig.
b. In zwaar begroeid terrein wordt de hond in al zijn bewegingen
uitermate belemmerd..
1) Bij demonstraties komt deze vermoeidheid slechts zeer gedeeltelijk
tot zijn recht. Als regel zijn de daarvoor aanwezige terreinen zóó klein,
dat de honden die als 't ware in één boog doorloopen.
2) In Europa schijnt bijna uitsluidend 's nachts gewerkt te Worden.
3) Marcheeren, dat in verband met het drukke verkeer steeds „aan
gelijnd" moet geschieden, vermoeit de dieren bijzonder. Een klein plaatsje,
ingeruimd in een auto of een ingehuurde sado, maakt dat de hond frisch
en geschikt voor zijn taak blijft.
4) Men vergelijke niet den (in de sneeuw werkenden) forsch gebouw
den St Bernard met den ambulance-hond in Indië.
42