Ambulance-Honden. [Jan. 1916.
c. Het vermeerdert de warmte.
d Elke gewonde zal hoogstwaarschijnlijk den geheelen inhoud van
het fleschje tot zich nemen en niet zoo beleefd zijn ook wat
voor een volgenden gewonde over te laten, zoodat
e. De geleider toch over een reserve voorraad zou moeten beschik
ken om dit fleschje (zoo de gewonde dit tenminste weer be
hoorlijk op zijn plaats heeft opgeborgen) weer te vullen.
In verband hiermede schijnt het wel zoo practisch den gelei
der op te dragen den gewonde de eerste lafenis te verstrekken.
Men bedenke ten overvloede nog, dat de geleider hoogstens 1 a 2
minuten na den hond bij den gewonde komt.
Ook het dragen van den Roode-Kruisband moet ten sterkste wor
den afgeraden.Blijkens bijna alle illustraties is die band dan ook
vervangen door een geëmailleerd plaatje, met het bekende embleen,
aan den halsband. Dit hindert den hond niet en is een voldoende
herkenningsteeken. Dat vernuftige vindingen als het aan den hond
bevestigen van een gloeilampje met batterij (voor het 's nachts
kenbaar maken van de plaats, waar de hond zich bevindt)—prac
tisch absoluut onbruikbaar zijn, behoeft na het vorenstaande wel
geen betoog.
Heeft de hond nu een gewonde of doode 2) gevonden, dan moet
hij het tweede gedeelte van zijn opdracht vervullen; hij moet zijn
geleider n m.l. op de een of andere wijze zijn vondst kenbaar ma
ken en hem de plaats toonen, waar die gewonde (doode) zich be
vindt.
Alvorens over te gaan tot de bespreking van de verschillende ma
nieren, waarop dit kan geschieden, is het niet van belang ontbloot
de aandacht te vestigen op het volgende:
Hoewel in de practijk een gewonde, die korter of langer hulpbe
hoevend op het terrein heeft gelegen, als regel dankbaar zal zijn,
1) Bij gehouden oefeningen kwam het voor, dat een hond zelfs aan
een gewone Roode-Kruisband zich in de begroeing van het terrein volkomen
vastgewerkt had.
2) Verschil tusschen gewonden en dooden kan het dier natuurlijk niet
worden bijgebracht. Ter voorkoming van het noodeloos aanwijzen van
marschwaardige gewonden of van zich op het terrein bewegend personeel
van den geneeskundigen dienst enz. wordt het dier geleerd zich uit
sluitend bezig te houden met liggende of zittende personen.
43