Jan. 191P.J
Ambulance-Honden.
wanneer de komst van den ambulance-hond hem de naderende
hulp aankondigt, zoo is het toch niet onmogelijk, dat hij b.v. uit
een bezwijming of verdooving opschrikkend bij het zien van den
trouwen viervoeter, uit angst een onverwachte beweging maken zal.
Dat een dergelijke beweging den hond niet in het minst van zijn
plicht mag afbrengen, spreekt van zelf.
Gaat de gewonde echter (uit onbekendheid met het bestaan van
deze soort honden) daarna pogingen doen het dier te slaan of op
andere wijze weg te jagen, dan wordt de toestand geheel anders.
Slechts zéér enkele honden zullen deze onvriendelijke en geheel
onverdiende bejegening onverschillig ondergaan; verreweg de mees
ten zullen angstig wegloopen en na herhaling van deze grievende
behandeling verder de gewonden ontloopen, in plaats van opzoeken.
Wellicht zullen er ook dieren zijn, die op andere, voor den gewon
de nóg onaangenamer wijze, hun misnoegen over zóóveel ondank
baarheid te kennen geven.
Zijn nu de beide laatstgenoemde categorieën honden onbruikbaar,
of verdient het wellicht aanbeveling ieder militair te doordringen
van het feit, dat een ambulance-hond, zijn vriend en niet zijn vij
and is?
Het antwoord op deze vraag zal niet moeilijk te geven zijn.
Ook het andere uiterste dient vermeden te worden. Door het
dier bij zijn komst toe te spreken of aan te halen zal het welis
waar zijn plicht niet verzuimen, doch die streeling is voor hem
veelal zóó aangenaam, dat hij niet kan nalaten haar een, zij het ook
kort, oogenblik te genieten. Dit zijn verloren momenten en dus
dienen zij vermeden te worden.
De gewonden moeten bij de komst van den hond stil blijven
liggen of zitten en niets zeggen, zelfs niet als het dier zijn vondst
eens nauwkeurig besnuffelt. Een anibulance-hond is ongevaar
lijk, hij is veelal de oorzaak, dat menig menschenleven gered
wordt.
Dit moet ieder militair weten.
De uitvoering van het hierbovengenoemde, tweede gedeelte der
gestelde opdracht, kan op velerlei manieren geschieden; de voor
naamste methoden zijn wel de volgende:
la De hond neemt, bij den gewonde (doode) gekomen, een tot
dien persoon behoorend voorwerp (meestal het hoofddeksel) en
44