Ambulance-Honden.
[Jan. 1916.
Zooals hiervoren reeds werd betoogd, zal zijn eerste werk zijn
den gewonde te laven.
Daarna moet hij personeel met tandoe's of brancards waar
schuwen. Dit nu is bij dag en op open, vlak sawahterrein zeer
eenvoudig en behoeft geen verdere bespreking.
Moeilijker wordt echter de toestand als het terrein begroeid of
het zonlicht afwezig is, omstandigheden, die zich in de practijk maar
al te veelvuldig zullen voordoen.
Bij nacht, op open sawahterrein, zou een afgesproken licht
signaal b. v. met een electrisch zaklantaarntje 2), wellicht goede
resultaten opleveren.
Of het echter in begroeid terrein mogelijk zal zijn over dag of
's nachts de brancardiers spoedig ter plaatse te hebben, is twijfel
achtig, zelfs als met den geleider steeds een ordonnans medeging
om na het vinden van den gewonde terug te gaan naar de plaats,
waar de vervoermiddelen zijn opgesteld.
Ook fluitsignalen (zoo de tactische toestand zulks gedoogt) zullen
wellicht geen afdoende oplossing voor dit, zoo moeilijk, vraagstuk
blijken te zijn.
Bovenstaande moeilijkheden echter doen zich in nog veel grooter
mate voor, indien onder de vermelde ongunstige toestanden het
terrein door menschen moet worden afgezocht. De hond verricht
juist onder die omstandigheden zijn werk uitmuntend, aan den
mensch 0111 de verkregen resultaten van het dier, door alle mogelijke
hulpmiddelen, volkomen te doen zijn.
C. O. van Kesteren.
lste Luit. Infie.
plaats in de gehoorzaamheidsoefeningen (zonder welke geen gebruikshond
denkbaar is) moet zijn doorkneed, dan blijkt hieruit duidelijk, dat de
africhting van den ambulance-hond al zéér eenvoudig is in vergelijking
met die der politie(fort)-honden.
1) Of het gebruik van ambulance-honden onder deze omstandigheden
wel noodzakelijk is, mag echter zeer zeker in twijfel getrokken worden.
2) Het voorzien van de geleiders van een dergelijk voorwerp is bo
vendien reeds noodzakelijk om zich op hun kruistochten door zwaar
terrein, nu en dan, bij te lichten.
47