jan. 1916.] Dagboek der Commissie tot aankoop van 1000 en 2000 Li afstand, en zouden dus tal van rooverbenden hebben moeten passeeren. Zeker, die benden bestonden: Als bewijs daarvan moge dienen, dat gedurende den eersten tijd van het verblijf te Dolonnor 3 man, vermoedelijk gedeserteerde soldaten, gefusileerd werden. Doch hun aanwezigheid werd als voorwendsel gebruikt om te verklaren, dat er bij aankomst der commissie nog geen ponies waren. Het was n.l. nog te vroeg in het seizoen, terwijl de 20 a 25 man, die naar aanleiding van het eerste be zoek van onzen Chineeschen intermediair, uit zouden gaan om ponies te zoeken, pas vertrokken (typisch Chineesch), nadat zij bemerkt hadden, dat wij ook werkelijk gekomen waren om paarden te koopen. In verband hiermee werd den Ten Juli den Chen- shoushi meegedeeld, dat de commissie beleefd bedankte voor het escorte en te Dolonnor zou blijven. Hier van tevens den Gezant op de hoogte gesteld, terwijl de heeren Wihlfahrt en Duijvendak den 8en terugkeerden naar Peking. Den 24en Juli werd het schrijven ontvangen van den 2en Juli t.v. No. 1076/32 van den Chef VlIIe Afdeeling D. v. O. met als bijlage een afschrift van dat van het Consulaat der Nederlanden te Manila. De hierin gegeven inlichtingen komen gedeeltelijk overeen met die reeds te Peking verkregen bij den Amerikaanschen Gezant aldaar door bemiddeling van onzen militairen Attaché. Alleen zou de kans van slagen geringer zijn wegens den ouderdom en de qualiteit van het in hoofdzaak reeds voor andere diensten afgekeurde materiaal. Dienzelfden dag vertrok de ritmeester van Riemsdijk naar Hongkong in verband met de verschepingsaan gelegenheden, waarover uitvoeriger, later. Op dat oogenblik moesten nog een 55 ponies gekocht wor- 1) Dit schrijven bevatte den eventueeien aankoop van Amerikaansche paarden in de Philippijnen, bij mislukking van den Chineeschen aankoop. 56

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 58